Dit burgerhuis in neoclassicistische stijl werd ontworpen volgens een bouwaanvraag van 1869. Opdrachtgever was J. Spilthoorn. De woning is voorzien van een bijgebouw met paardenstal en koetshuis langs de Hertstraat 22, dat vermoedelijk rond dezelfde periode werd gebouwd. In 1890 diende bouwheer J. Spilthoorn, toen wonende te Coupure 13, een bouwaanvraag in om in het bijgebouw langs de Hertstraat twee nieuwe vensteropeningen te voorzien op de eerste verdieping.

Het burgerhuis vertoont in de gevelafwerking zeer grote gelijkenissen met de woning op nummer 56, gebouwd volgens een gelijktijdig bouwdossier voor “négociant” August Van Landeghem-Ganton. De smalle woning tussen deze twee bijna identieke woningen in, werd in hetzelfde bouwdossier vergund, en vormgegeven in een aansluitende stijl. Daardoor vormden de drie woningen een ensemble, nu onderbroken door de vernieuwde gevel van nummer 54-55. De plannen van de drie huizen zijn niet gesigneerd, waardoor we de ontwerper van het ensemble niet kennen.

De woning is representatief voor de bebouwing langs de Muinkkaai, die vanaf het derde kwart van de 19de eeuw bebouwd werd met ruime, neoclassicistische rijhuizen voor welgestelde burgers, en vaak voorzien werd van een achterbouw in de achterliggende straat. Het is uitzonderlijk dat een dergelijk bijgebouw, hier paardenstal met koetshuis, is bewaard.

De rijwoning telt drie traveeën en drie bouwlagen boven een souterrain, onder een pannen zadeldak met de nok parallel aan de straat. De bepleisterde en geschilderde lijstgevel staat op een hardstenen plint en wordt bovenaan afgelijnd door een houten geprofileerde kroonlijst op tandlijst, een casementfries en gedecoreerde voluutconsoles. Horizontale accenten worden gelegd door hardstenen puilijst en cordonvormende lekdrempels, de architraaf van het hoofdgestel en schijnvoegen op de gelijkvloerse verdieping die telkens naast een diamantkop uitwaaieren boven de gevelopeningen. Het gevelvlak is onderverdeeld in drie gelijke traveeën, waarbij alle vensters per verdieping identiek zijn. De gelijkvloerse gevelopeningen zijn rechthoekig en deze op de bovenverdiepingen getoogd, allen met een geprofileerde omlijsting. In de linkertravee is een houten vleugeldeur met bovenlicht bereikbaar via vier hardstenen treden. Rechts daarvan zijn twee keldervensters onder hardstenen latei uitgewerkt in de plint. Daarboven verlichten twee vensters boven hardstenen lekdrempels de gelijkvloerse verdieping. De vensters op de eerste verdieping zijn in de verdiepte borstweringen gedecoreerd met stafwerk, de vensters van de tweede verdieping hebben spiegels in de borstwering. Al het raamschrijnwerk is recent, naar historisch model vormgegeven.

Het bijgebouw in de Hertstraat is een gebouw van drie traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak (pannen, nok evenwijdig aan de straat). Lijstgevel beëindigd door een geprofileerde houten kroonlijst. Bepleisterd en geschilderd baksteenparement. Asymmetrische gevel met links een brede poorttravee en rechts twee smallere traveeën, gevat in een verdiept muurvlak. Steekboogvormige muuropeningen, waarbij het origineel schrijnwerk bewaard is op de eerste verdieping. De deuropening in de middelste travee is een latere toevoeging.

Van de interieurindeling zijn geen bouwplannen beschikbaar.