Deels onderkelderd burgerhuis volgens bouwaanvraag een opbrengsthuis van 1914 opgericht naar ontwerp van architect L. De Vleeschouder in opdracht van industrieel P. Rossel. Enkelhuis van twee traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak (pannen, nog evenwijdig aan de straat). Lijstgevel beëindigd door een geprofileerde gekorniste kroonlijst op modillons. Parement van gele baksteen in kruisverband met decoratieve banden en omlijstingen met witte en geglazuurde groene baksteen, op een hardstenen plint in bossage met rechthoekig keldervenster. Blauwe hardsteen wordt eveneens toegepast voor de tussenstijlen van de vensters op de gelijkvloerse verdieping, de deurlatei, de dorpels en hoekstenen van de vensteropeningen. Uit het gevelvlak springende rechter deurtravee. Linker travee met drielichten op de gelijkvloerse en eerste verdieping, gemarkeerd op de eerste verdieping door een balkon op ijzeren consoles en sierlijke, decoratieve ijzeren borstwering. Steekboogvormige vensteropeningen, waarbij het houten schrijnwerk met typerende roedeverdeling en gekleurd glas in de bovenlichten bewaard is, behalve op de tweede verdieping . Bewaarde houten vleugeldeur met ijzeren deurroosters en invulling met glas. Links naast de deur bevinden zich een voetschraper en een aansluiting voor een buitenkraantje.

De plattegrond is volgens de bouwplannen opgebouwd volgens het traditioneel schema van een enkelhuis, waarbij een salon en eetkamer met aansluitende veranda geflankeerd worden door een vestibule en trappenhuis. Aansluitend bevinden zich een keuken met schotelhuis, een wasplaats, toilet en opslagplaats voor kolen. Op de eerste verdieping bevinden zich twee slaapkamers in de venstertravee, geflankeerd door een toiletkamer aan de straatzijde met daarachter het trappenhuis en een toilet en badkamer in de achterbouw. Op de bovenverdieping zijn nog twee kamers en een toiletkamer gesitueerd. In de kelder is een voorraad- en wijnkelder ondergebracht.