Burgerhuis volgens een bouwaanvraag van 1906 opgericht in opdracht van bouwheer A. De Lathouwer, gelijktijdig met het aanpalende hoekhuis (nummer 78). Enkelhuis van twee traveeën en drie bouwlagen met souterrain onder een zadeldak (pannen, nok evenwijdig met de straat). Lijstgevel beëindigd door een geprofileerde houten kroonlijst op klossen. Bepleisterde en geschilderde gevel met imitatiebanden ter afwerking van de pui, op een sokkel in blauwe hardsteen. Geaccentueerde linker venstertravee met op de eerste verdieping een later toegevoegde driezijdige erker. Op de gelijkvloerse verdieping een drieledig raam, afgesloten met een decoratieve ijzeren balustrade. Rechthoekige vensteropeningen, op de eerste en tweede verdieping met een geriemde omlijsting en paneelversiering onder de dorpels, waarin het houten schrijnwerk bewaard gebleven is. Bewaarde houten deur met invulling met glas en ijzeren deurroosters, onder twee bovenlichten.

De plattegrond is volgens het bouwplan opgebouwd volgens een traditioneel schema van een enkelhuis, waarbij een leefruimte geflankeerd wordt door het trappenhuis.