Hoekgebouw volgens bouwaanvraag van 1933 opgericht in opdracht van bouwheer Leon De Vetter naar ontwerp van architect Edgar Celie en uitgevoerd onder leiding van aannemer J. Vermassen (zie opschrift op de plint met vermelding van 'Edgar Celie Architecte' en 'J. Vermassen Entrepreneur'). Het pand werd opgericht als woonhuis met een beenhouwerij op de gelijkvloerse verdieping. Het deels onderkelderde gebouw telt twee traveeën in de Hertstraat, twee traveeën in de Buffelstraat en één afgekante hoektravee, en twee bouwlagen onder een mansardedak met dakvlakramen. Lijstgevel beëindigd door een gecementeerd gevelvlak met imitatievoegen onder een geprofileerde houten kroonlijst. Parement van rode baksteen in halfsteensverband met Dudokvoegen, gecombineerd met groene en zwarte geglazuurde vierkante tegels op de gelijkvloerse verdieping om de winkelfunctie te benadrukken en blauwe hardsteen voor de dorpels en de plint. Decoratief metselwerk onder de dorpels van de vensters op de eerste verdieping. Rechthoekige vensteropeningen met gecementeerde omlijstingen en vernieuwd schrijnwerk, in de winkelpui met een geprononceerde betonnen tussendorpel. Verdiept inkomportaal met oud bronzen huisnummer, waarin de originele deur niet bewaard gebleven is.

De plattegrond vertoont volgens de bouwplannen een indeling met winkelruimte op de hoek van het gebouw met spreekkamer en frigoruimte aan de Hertstraat, en aan de zijde van de Buffelstraat een keuken met schotelhuis. Centraal bevindt zich een traphal die de verdieping ontsluit waar zich drie kamers en een badkamer bevinden. Aan de zijde van de Buffelstraat bevindt zich een toegangspoort tot een koertje, links geflankeerd door de werkplaats van de beenhouwerij, met fornuis en rookkot.