Onderkelderd burgerhuis volgens bouwaanvraag van 1906 opgericht in opdracht van bouwheer Edouard Rossel. Enkelhuis van twee traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak (nok evenwijdig aan de straat). Voortuin met oorspronkelijke aanleg, afgesloten door sierlijk ijzeren hekwerk met de uitbeelding van vlinders, waarvan het ontwerp eveneens van 1906 dateert.

Lijstgevel beëindigd door een verkropt hoofdgestel met een geprofileerde houten kroonlijst met tandlijst op consoles. Bepleisterde en geschilderde gevel met imitatiebanden op een plint in blauwe hardsteen, doorbroken door twee keldervensters. Geprofileerde puilijst in blauwe hardsteen. Geaccentueerde rechter venstertravee met een vooruitspringend gevelvlak, een driezijdige houten erker op de eerste verdieping, ondersteund door een decoratief uitgewerkte console en bekroond door een balkon met ijzeren borstwering, toegankelijk via een rechthoekig balkonvenster met geprofileerde omlijsting onder driehoekig fronton. Gelijkvloerse verdieping met rondboogvormige muuropeningen onder een geprofileerde doorlopende boogomlijsting met diamantkoppen als sluitsteen. Deurtravee met op de eerste en tweede verdieping rechthoekige vensteropeningen met geprofileerde, hardstenen onderdorpels en rolluiken, in een geprofileerde omlijsting met sluitsteen met rocaille. Bovenvenster van de deurtravee bijkomend gedecoreerd met paneelversiering onder de onderdorpel. Origineel houten schrijnwerk behouden op de gelijkvloerse verdieping en voor de erker. Links bewaarde rechthoekige, houten deur ingevuld met structuurglas en ijzeren deurroosters onder een rondboogvormig bovenlicht. Links van de deur bevindt zich een voetschraper in de plint.

De plattegrond is volgens de bouwplannen opgebouwd volgens een traditioneel schema van een enkelhuis waarbij een opeenvolging van een salon, eetplaats en veranda geflankeerd worden door een trappenhuis en keuken met bijkeuken.