Burgerhuis, thans met meerdere woongelegenheden, gebouwd volgens een bouwaanvraag van 1911 naar ontwerp van F. Langeraert – Van de Voorde en deel uitmakend van een ensemble van vier huizen in opdracht van O. Bossaert, namelijk de huidige nummers 46, 60 en 62-66, waarbij het pand met nummer 48-58 vervangen is door nieuwbouw.

Onderkelderd enkelhuis van twee traveeën en drie bouwlagen boven een souterrain onder een zadeldak (pannen, nok evenwijdig met de straat). Lijstgevel beëindigd door een verkropt hoofdgestel met een sober fries onder een vernieuwde kroonlijst. Gecementeerd parement met schijnvoegen op een onderbouw van blauwe hardsteen, doorbroken door twee steekboogvormige keldervensters. Horizontale geleding van de gevel door de puilijst, cordons en doorgetrokken booglijsten. De brede, licht uitspringende linker venstertravee, wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door een driezijdige erker, ondersteund door een voluutconsole en bekroond door een balkon met balustrade. De borstwering van de erker is voorzien van een sobere neoclassicistische decoratie met guirlandes en medaillons. Rondboogvensters onder decoratief uitgewerkte booglijsten met sluitsteen, op hardstenen lekdorpels, waarbij het schrijnwerk werd vernieuwd. Rechts de toegang met een vernieuwde rechthoekige deur onder een rondboogvormig bovenlicht. In de plint zijn links naast de deur restanten van een voetschraper bewaard en rechts een aansluiting voor een buitenkraantje.

Traditioneel plan van een enkelhuis, waarbij volgens het bouwplan in het souterrain twee kamers geflankeerd worden door het trappenhuis, met achteraan de keuken en een gemak toegankelijk via de tuin.