Hoekhuis onder kunstleien schilddak met lijstgevel van drie traveeën en drie bouwlagen aan de Bruul en een verankerde zijgevel van twee bouwlagen in de Blauwhondstraat. Heden zijn een lage achterbouw en een aansluitend pand van twee bouwlagen in de Blauwhondstraat bij het hoekhuis gevoegd.
Volgens een 19de-eeuwse aquarel van J.B. De Noter was het hoekhuis voorheen een 16de- of 17de-eeuws diephuis in traditionele bak- en zandsteenstijl onder pannen zadeldak met tuitgevel aan de Bruul. De voorgevel werd in het laatste kwart van de 18de of de eerste helft van 19de eeuw (voor 1852) verbouwd tot een drie bouwlagen hoge lijstgevel met omlopende kroonlijst, waarvoor de bouwplannen niet zijn teruggevonden.
De bepleisterde, met imitatiebanden versierde en witgeschilderde lijstgevel aan de Bruul heeft heden een verkleinende gevelordonnantie van rechthoekige vensteropeningen in een bandomlijsting op hardstenen onderdorpels, ter hoogte van de tweede verdieping op klassieke panelen met neuten. Houten ramen van circa 1900. De begane grond is grotendeels verbouwd, behoudens de afgesnuite hoek onder ezelsoor. Omlopende eenvoudige houten kroonlijst.
Meer gesloten, met ruwe cementpleister afgewerkte en verankerde zijgevel aan de Blauwhondstraat onder een (vernieuwde?) gootlijst, doorbroken voor een dakkapel. Gewijzigde gevelopeningen. De gevel van de lagere aanbouw is centraal geopend met een rondboogdeur; de aansluitende gevel van twee bouwlagen heeft eenvoudige rechthoekige gevelopeningen. Alle gevelopeningen in de Blauwhondstraat zijn circa 1992 voorzien van schrijnwerk in wit aluminium.
- Bouwdienst Mechelen, bouwaanvragen: 1992/0032.
- Stadsarchief Mechelen, verzameling F. Berlemont, Bruul 3/p. 42-44.
- Stadsarchief Mechelen - www.beeldbank.be: SME001001507 (De Noter); SME001004066 (1968).