Deze modernistische woning werd in 1937 ontworpen door architecten Karel Van Riel en Maurice Janssens voor Raymond Tanghe. Hoewel van dit architectenduo, samen actief van 1929 tot 1945, vooral appartementsgebouwen zijn bekend, ontwierpen ze ook woningen, zowel in stedelijke als in meer landelijke context.
Het betreft een half vrijstaande woning in tuin, twee bouwlagen tellend onder een platte bedaking. De rechthoekige plattegrond kent een uitsparing in de hoek aan de straatkant, waarin de voordeur is verwerkt.
De woning kreeg een eenvoudige, modernistische vormgeving, waarin de gele baksteenbouw afgewisseld wordt met de bepleisterde partijen. De luifels hebben een kenmerkende horizontaliserende werking; de buisvormige leuningen en het stalen schrijnwerk zijn eveneens typisch voor het modernisme.
De begane grond heeft een wit bepleisterd parement, met uitzondering van de gele bakstenen plint. De tweede bouwlaag is eveneens bekleed met gele baksteen. In de drie gevels zijn talrijke grote rechthoekige vensteropeningen aangebracht van verschillende formaten. Vermeldenswaard is dat overal het originele stalen schrijnwerk is bewaard. De bovenvensters zijn geaccentueerd door een doorlopende, witgeschilderde luifel, een element dat ook bij de voordeur aanwezig is. Eenvoudige voorgevel, met twee vensters en een voordeur in een uitgespaarde hoek. Op die hoek met de zijgevel, twee hoekvensters. De zijgevel kreeg centraal een groot, met stalen roedes verdeeld traplicht. Op de hoek met de tuin, eveneens op elke bouwlaag een hoekvenster. De kamers naar de tuin toe zijn verlicht met grote vensters, deurvensters op de begane grond; boven links een deurvenster met balkon dat afgelijnd is met buisleuningen.
Goffin vermeldt in zijn publicatie dat de indeling van de woning veel klassieker uitgevoerd is dan voorzien in het ontwerp van Van Riel en Janssens. Zo was de keuken voorzien links naast de voordeur en besloeg de woonkamer de volledige tuingevel. De huidige indeling volgt meer de doorsnee plattegrond van een rijhuis. De grote, open woonruimte die over de volledige diepte van de woning doorloopt, is een interessant element.
De oorspronkelijke aankleding van het interieur, is net als het exterieur, vrijwel intact bewaard.
- GOFFIN G. e.a. 1998: Modern bouwen in Mortsel 1920-1940, Zellik, 76-77.