Het handelshuis heeft een zeer oude oorsprong en maakte vermoedelijk langere tijd samen met Korenmarkt 45 en 47 deel uit van het voorname gasthof "de Ketel", al vermeld in 1412. Na de opdeling, die voor 1795 plaatsvond, werd het huis "de Kleine Ketel" genoemd. Deze huisnaam komt ook voor op de bouwaanvraag die eigenaar Melaerts in 1806 indiende voor de bouw van de huidige lijstgevel. Een bouwaanvraag uit 1898 omvatte de verandering van de begane grond in een winkelpui. In 1929 kwam de mansarde tot stand, wat samenviel met het inbrengen van de huidige aankleding van het interieur (vloer- en muurtegels, glas-in-loodramen, schouwmantel, binnendeur eerste verdieping…).

Smal rijhuis van twee traveeën en twee bouwlagen onder een pannen, tot mansarde verbouwd zadeldak, waarvan de oorspronkelijke steile hellingsgraad wijst op een oudere kern. Betegelde lijstgevel met rechthoekige vensteropeningen op hardstenen dorpels. Contrasterend gebruik van witte geglazuurde tegels en grijsblauwe tegels voor de decoratieve patronen rondom de vensteropeningen en onder de kroonlijst. Houten T-ramen, vermoedelijk uit 1898 of uit het eerste kwart van de 20ste eeuw.

Horizontale gevelaflijning door middel van een houten kroonlijst op tandlijst en klossen. Toegevoegde zolderkamer met houten dakkapel. Vernieuwde winkelpui.