Volgens auteur Frans Berlemont heeft het huis een zeer oude oorsprong en maakte het vermoedelijk langere tijd samen met Korenmarkt 43 en 47 deel uit van het voornaam gasthof "de Ketel", al vermeld in 1412. Een opdeling in verschillende panden vond plaats vóór 1795, vermoedelijk in 1545 toen de helft van "de Ketel" werd verkocht. In 1860 diende eigenaar J.B. Renkin een bouwaanvraag in voor de verhoging met één bouwlaag tot de huidige lijstgevel naar een ontwerp van architect of aannemer J.E. Gys.
Enkelhuis met een gecementeerde en wit geschilderde lijstgevel van drie traveeën en drie bouwlagen onder een pannen zadeldak. Rechthoekige vensters op hardstenen lekdrempels en met decoratieve, in de cementmortel getrokken patronen op de borstweringen. Rechthoekige deur met bovenlicht binnen een vlakke hardstenen omlijsting op neuten en met twee treden, waarvan rechts een voetenschraper. Vernieuwde deur en ramen.
De woning heeft een zeer oude, vermoedelijk vroeggotische kelder op vierkant grondplan met vier kruisgewelven op gotische spitsbogen die rusten op een centrale kolom. Enkele kraagstenen vertonen gesculpteerde mannenhoofden met weelderige haarbos en kroon.
Op interieurfoto’s uit 2009 is op de verdiepingen ook een bewaarde oude basisconstructie (muren-balkenroosteringen-dakgebinte) te zien.
- Stadsarchief Mechelen, verzameling F. Berlemont, Korenmarkt 1, p. 109-111.
- Stadsarchief Mechelen, bouwaanvragen: 1860/027.
- DEBRUYN M., LETTANY L. & LIETEN A., Oude kelders in de binnenstad, Nieuwsbrief 6, uitgave van de Stad Mechelen, Dienst Monumentenzorg en Dienst Archeologie, Mechelen, 2004.