Betonnen militaire constructie op de vroegere noordoostelijke oever van de IJzer, ter hoogte van de Kerkhoekstraat, in vogelvlucht op één kilometer ten zuiden van de dorpskern van Mannekensvere. Na de aanleg van een steviger dijk ten noordoosten van deze voormalige IJzeroever in 2003, werden grote delen van de oorspronkelijke oever bewaard en geïntegreerd in een brede ecologische oeverzone.
Duitse commandopost uit de Eerste Wereldoorlog, opgetrokken langs de voormalige oostelijke oever van de IJzer.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog vormde de noordoostelijke oever van de IJzer tussen Sint-Joris en Diksmuide min of meer de Duitse frontlijn. De geallieerde, voornamelijk Belgische frontlijn volgde grosso modo de bedding van de voormalige spoorlijn Nieuwpoort-Diksmuide. Het gebied ten oosten van deze spoorwegbedding en ten westen van de IJzer was grotendeels geïnundeerd en vormde een buffer tussen de vijandelijke fronten. In dit geïnundeerd gebied hadden beide partijen wel voorposten ingericht op hoger gelegen gebieden, doorgaans hoevesites. Deze voorposten waren bereikbaar door aangelegde passerellen.
Ook ter hoogte van Mannekensvere was de oostelijke IJzeroever uitgebouwd als Duitse frontlijn. In het gebied ten westen van de IJzer en net ten westen van onderhavige bunker waren onder meer Duitse Feldwachen (voorposten) ingericht bij de hoeves Grote Hemme, Hemme Brug en Violette. Deze voorposten konden bereikt worden via Brückenstegen (passerellen). Deze passerelles lagen volledig in het zicht van de vijand en konden daardoor enkel ’s nacht bewandeld worden. De hoofdstelling, langs de oostelijke IJzeroever, bestond uit een aaneenschakeling van sterk uitgebouwde bruggenhoofden aan de IJzer, die met elkaar verbonden werden via loopgraven. De dichtste Belgische voorposten waren ongeveer 1500 meter van onderhavige bunker verwijderd.
De IJzeroever ter hoogte van Mannekensvere lag in het Marinegebiet. Hiermee wordt dat deel van de Duitse frontzone en het hinterland bedoeld, dat door het Marinekorps Flandern werd bezet. In de dagboeken van marine-eenheden wordt vanaf de tweede helft van 1915 melding gemaakt van de bouw van betonnen posten.
De bewaarde betonnen post heeft bovenaan de toegang inscripties, die mogelijk ontcijferd kunnen worden als L.R.K., verwijzend naar de Linke Reserve Kompanie. Tussen 25 januari en 29 september 1916 bezette het Derde Marine Infanterie Regiment de sector Mannekensvere. Vanaf eind februari werd de bezetting van de voorposten en de hoofdstelling gereorganiseerd. Behalve de Hemme-Kompanie, Violette-Kompanie, Terstille-Kompanie, Mannekensvaere-Kompanie [sic] was er ook nog een Linke Reserve-Kompanie en een Rechte Reserve-Kompanie, beiden gevestigd op de oostelijke oever van de IJzer. De Gefechtsstand (commandopost) van de bevelhebber van de Linke Reserve-Kompanie was gevestigd in een Betonunterstand (betonnen schuilplaats) op de oostelijke oever van de IJzer, tussen Nacelle en Fährhaus in de ondersector Mannekensvere. De ligging van deze Betonunterstand kan dus overeenstemmen met die van onderhavige bunker.
Dat de bewaarde betonnen constructie inderdaad reeds vroeg tijdens de oorlog is opgetrokken, kan ook aangetoond worden dankzij de luchtfotografie. Op militaire luchtfoto’s uit maart 1916 is op exact dezelfde plaats als onderhavige bunker een constructie te zien. Op luchtfoto’s zijn betonnen constructies vanuit de lucht goed te onderscheiden, vanwege de lichte kleur van het beton, als ze niet bijkomend gecamoufleerd werden.
Ook de mindere kwaliteit van het beton, dat niet gewapend lijkt te zijn, is een aanwijzing dat de bunker vrij vroeg in de oorlog werd opgetrokken. In ieder geval was het omwille van logistieke redenen nooit evident om dichtbij het front stevige constructies uit gewapend beton op te trekken.
Langsheen de Hauptstellung en ook rond de bunker waren loopgraven aangelegd. Op diverse Belgische militaire stafkaarten, weliswaar van latere datum, wordt op deze plaats een commandopost aangeduid. Een foto van een commandopost in het naburige Schore toont een gelijkaardige constructie als de bewaarde betonnen post. Vergelijkbare kenmerken van zowel de bewaarde constructie als degene op foto zijn de schuin afgewerkte, mooi gecementeerde dakrand en de drie vierkante vensters.
De bunker is in de jaren 1930 ingetekend door de Service Technique du Génie, onder het nummer 364.
Duitse betonnen militaire constructie, opgetrokken op de voormalige oostelijke oever van de IJzer, ter hoogte van de Kerkhoekstraat. Ten oosten van deze oever werd in 2003 een steviger dijk gecreëerd, om het laaggelegen poldergebied tussen Diksmuide en Nieuwpoort beter te beschermen tegen overstromingen vanuit de IJzer. Grote delen van de voormalige oostelijke IJzeroever zijn echter bewaard en geïntegreerd in een ecologische zone, waaronder het deel met onderhavige Duitse betonnen post.
Het beton van de bunker is samengesteld met grove kiezels. Er is op het eerste zicht geen wapening in het beton zichtbaar. Het dak was gegoten op gebogen gegolfde plaatijzers, die steunden op de zijmuren. De dakranden zijn aan de buitenzijde schuin afgewerkt met een gecementeerde laag. Op het dak is grasbegroeiing aanwezig, tijdens de oorlog aangebracht als camouflage. De toegang zit aan zuidoostelijke zijde. In het beton rond de toegang zitten verschillende gleuven, voor de bevestiging van een deur. Boven de deur zijn drie grote letters in een boog in het beton gegrift, waarvan de eerste twee “L.R.” betreffen. Vermoedelijk is de derde letter een “K”. In de noordoostelijke muur zitten drie min of meer vierkante muuropeningen, die naar het midden toe versmallen. Uitsparingen in de buitenmuur wijzen op een mogelijke afsluiting van deze openingen. Aan de binnenzijde is in deze muur nog een nis ingewerkt. In de binnenmuren zijn verticale gleuven in het beton uitgespaard.
Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier 4.001/35011/102.1, Duitse commandopost IJzer uit de Eerste Wereldoorlog in Middelkerke (Mannekensvere) (DECOODT H., 2016).
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2016: Duitse commandopost IJzer [online], https://id.erfgoed.net/teksten/193738 (geraadpleegd op ).
Duitse betonnen militaire post, opgetrokken langs de noordoostelijke IJzeroever ter hoogte van de Kerkhoekstraat. Iets meer oostwaarts is een Duitse betonnen muur bewaard gebleven. Na de aanleg van een steviger dijk ten noordoosten van deze oorspronkelijke IJzeroever, werden grote delen van de oorspronkelijke oever, inclusief de bunker bewaard en geïntegreerd in een brede ecologische oeverzone.
Duitse betonnen constructie, oorspronkelijk opgetrokken langs de noordoostelijke IJzeroever, die de Duitse frontlijn vormde. Ten westen van de IJzer was het gebied bijna volledig geïnundeerd en waren Duitse en Belgische voorposten ingericht, die via brugjes over de IJzer en passerellen bereikt konden worden. In dit overstroomd gebied net ten westen van onderhavige constructie lagen onder meer de Duitse 'Feldwachen' (voorposten) bij Grote Hemme, Hemme Brug en Violette. De bunker is hoogstwaarschijnlijk te zien op een luchtfoto van 16 maart 1916. Deze bunker zou fungeren als gevechtsstand voor de sectorbevelhebber. Rond de bunker waren loopgraven en prikkeldraadversperringen aangelegd. Volgens Belgische militaire stafkaarten (zeker vanaf 1 november 1917) fungeerde deze constructie als commandopost. In de regio werden meerdere gelijkaardige bunkers opgetrokken, waarvan foto’s bewaard gebleven zijn, die allen fungeerden als commandopost.
De inscripties zijn niet met zekerheid ontcijferd. Mogelijk stond er "L.R.K.", wat zou staan voor "Linke Reserve Kompanie". In de geschiedschrijving van het Derde Marine Regiment, dat hier in 1916 de stellingen innam, wordt namelijk geschreven dat de 'Gefechtsstand' van de commandant van deze linkse reservecompagnie gevestigd is in een 'Betonunterstand' langs de IJzeroever, ten noorden van 'Nacelle Ferme'. Anderen menen dat het gaat om 'L.R.' gevolgd door een nummer, waarbij 'L.R.' zou staan voor 'Landwehr Regiment'.
Duitse betonnen militaire constructie. Het beton, samengesteld met eerder grove kiezels, is gegoten. Het dak van de constructie is gegoten op – nu grotendeels verdwenen – gebogen golfplaten, die steunden op de zijmuren. De dakranden zijn vervolgens schuin afgewerkt.
Toegang aan zuidoostelijke zijde, met erboven inscripties. In de noordoostelijke zijde steken drie openingen en (langs binnenzijde) een nis. De openingen versmallen eerst, om vervolgens weer te verbreden. Uitsparingen in de buitenmuur wijzen op een afsluiting van deze openingen.
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2014: Duitse commandopost IJzer [online], https://id.erfgoed.net/teksten/162201 (geraadpleegd op ).