erfgoedobject

Duitse bunker Dode Kreek

bouwkundig element
ID
216702
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/216702

Juridische gevolgen

Beschrijving

Betonnen militaire constructie in een weide net ten oosten van de Dode Kreek, ten oosten van de Groot-Noord-Nieuwlandpolder, op ongeveer 500 meter ten westen van de Rattevallestraat. De constructie ligt op 400 meter ten noordoosten van het Riethof.

Historisch overzicht

Tijdens de Eerste Wereldoorlog vormde de noordoostelijke oever van de IJzer tussen Sint-Joris en Diksmuide min of meer de Duitse frontlijn. Ter hoogte van het vooroorlogse Sint-Joris-aan-de-IJzer, ook wel aangeduid met Oud-Sint-Joris, volgde de Duitse frontlijn de Alte Yser, zoals de Dode Kreek werd aangeduid op sommige Duitse stafkaarten. De frontsituatie wijzigde hier toen eind december 1914 de dorpskern van Sint-Joris-aan-de-IJzer in handen viel van de Franse troepen. In 1918 zou Oud-Sint-Joris dan weer in Duitse handen vallen. De Groot-Noord-Nieuwlandpolder was tijdens de Eerste Wereldoorlog geïnundeerd gebied. De geallieerde, voornamelijk Belgische eerste verdedigingslijn volgde grosso modo de bedding van de voormalige spoorlijn Nieuwpoort-Diksmuide. Het gebied ten oosten van deze spoorwegbedding en ten westen van de IJzer en de Dode Kreek was grotendeels geïnundeerd en vormde een buffer tussen de vijandelijke fronten. In dit geïnundeerd gebied hadden beide partijen wel voorposten ingericht op hoger gelegen gebieden. Zo vormde Oud-Sint-Joris een groot deel van de oorlog één van de verste vooruitgeschoven geallieerde voorposten, op nauwelijks enkele tientallen meters van de Duitse frontlijn en voorposten verwijderd.

De Duitse 1. Stellung langs de Dode Kreek bestond uit grote stukken ononderbroken loopgraven, op geallieerde stafkaarten ook wel aangeduid met Tranchée de la Branche naar de oude benaming van de Dode Kreek. Aan de westelijke zijde van de Dode Kreek waren verschillende verdedigingswerken ingericht, die nog eens bijkomend beschermd werden met prikkeldraadversperringen ten westen van deze verdedigingswerken. Het vooruitgeschoven verdedigingswerk ter hoogte van de bewaarde betonnen bunker werd op Belgische stafkaarten aangeduid met Ouvrage de l’Anguille.

De betonnen post is bijzonder moeilijk waarneembaar op militaire luchtfoto’s, wat wijst op een efficiënte camouflage. De contouren van de bunker zijn zeker al te zien op een militaire luchtfoto van 13 mei 1917. Vermoedelijk is de bunker op dat moment in opbouw. Op een luchtfoto van 4 september 1917 ziet hij er afgewerkt uit. De betonnen post was ingeplant in de loopgraven. Net vóór, ten westen van de bunker was er een bijkomende beschutting opgericht. De bunker werd ingetekend op geallieerde militaire stafkaarten, wat betekent dat hij door de geallieerden gekend was. Er liep een smalspoor net achter (ten oosten van) de loopgraaf.

De bunker is in de jaren 1930 ingetekend door de Service Technique du Génie. Grondplan 362 toont een brede constructie met afgeschuinde hoeken en centraal vooraan een uitsprong. Alle muren zouden anderhalve meter dik zijn, velen bevatten openingen, die naar het midden toe versmallen. Merkwaardig genoeg zijn niet alle muuropeningen ingetekend. Het plan bevat slechts zeven muuropeningen: één in de centrale uitsprong, twee in de afgeschuinde hoeken en twee in de twee andere zijmuren. In de achterste muur zitten drie toegangen en twee gleuven. Tegenover de centrale toegang was volgens het grondplan nog een bijkomende muur opgebouwd van drie meter lang en één meter dikte.

Wellicht waren de openingen, die naar het midden toe versmallen, oorspronkelijk bedoeld als observatiegleuven.

Beschrijving

Bovengrondse betonnen militaire constructie in een weide net ten oosten van de Dode Kreek en de Groot-Noord-Nieuwlandpolder.

De constructie is opgetrokken in betonstenen, die geplaatst zijn op een betonnen platform, die voor zover zichtbaar overal ongeveer 80 centimeter breder is dan de constructie zelf. Op het dak is grasbegroeiing aanwezig, vermoedelijk aangebracht ter camouflage. De dakranden zijn schuin, met een bijkomende cementlaag afgewerkt en bevatten in ieder geval aan de westelijke frontzijde ijzers, wellicht voor de bevestiging van camouflagenetten. De buitenmuren vertonen verschillende inslagen, onder meer aan een zuidelijke hoek. De stapel betonstenen tegen de achtermuur (aan oostelijke zijde) is vermoedelijk afkomstig van het muurtje dat volgens het plan van de Service Technique du Génie tegenover de centrale deuropening was geplaatst.

Het betreft een constructie van ongeveer 20 meter breed en een diepte van ongeveer vijf meter. Centraal aan westelijke zijde springt de frontmuur uit in de vorm van een veelhoekige apsis. In deze uitsprong zitten drie gleuven, gericht naar het noordwesten, westen en zuidwesten. De flanken van de langwerpige bunker zijn eveneens hoekig afgewerkt en bevatten aan elke zijde twee gleuven, gericht naar het noordwesten en westen, respectievelijk naar het zuidwesten en zuiden. Aan de achterzijde (oostelijke zijde) zitten drie deuropeningen en vermoedelijk twee gleuven, waarvan er één waarneembaar is. De gleuven aan voorzijde en de zijkanten van de bunker versmallen telkens naar het midden toe. Enkele van deze openingen bevatten nog restanten van de oorspronkelijke houten bekleding. Binnenin is de constructie onderverdeeld in twee brede ruimtes met daarop haaks de ruimte van de uitsprong. De zijlingse toegangen verlopen hoekig. De plafonds binnenin zijn vlak en bevatten stalen balken. Her en der zijn nissen in de binnenmuren ingewerkt, voor de opslag van munitie.

  • Domein Raversijde Oostende, Collectie militaire stafkaarten Eerste Wereldoorlog, Région de St Georges-Lovie (Plan Directeur Armée Belge), 22/5/1917; Nieuport (Plan Directeur Armée Belge), 1/11/1917; Stellungskarte f.d. Gruppe Nord, Blatt IX, 25/11/1917.
  • Kenniscentrum In Flanders Fields Museum Ieper, Collectie militaire stafkaarten Eerste Wereldoorlog, Nieuport (Plan Directeur Armée Belge), 1/1/1918.
  • Koninklijk Legermuseum Brussel, Fonds C.D.H., Inventaire QGT nr 27, map 533, Abri nummer 362.
  • Koninklijk Legermuseum Brussel, Collectie militaire luchtfoto’s Eerste Wereldoorlog (geraadpleegd in het Kenniscentrum In Flanders Fields Museum Ieper), Franse luchtfoto’s 13/5/1917 (dianummer 2458, FID 1847), 4/6/1917 (dianummer 2459, FID 1848), 5/12/1917 (dianummer 2461, FID 1850), Britse luchtfoto 2/10/1917 (dianummer 2463, FID 1852).
  • Koninklijk Legermuseum Brussel, Collectie militaire luchtfoto’s Eerste Wereldoorlog, Ouvrage de l’Anguille, 28/5/1917, 4/6/1917, 4/9/1917, 29/11/1917, 21/9/1918.
  • Koninklijk Legermuseum Brussel, Collectie militaire stafkaarten Eerste Wereldoorlog, Oost-Dunkerke (Plan Directeur Armée Belge), 20/1/1918, Ramscappelle (Plan Directeur Armée Belge), 20/3/1918.
  • Militärarchiv Freiburg, Großer Generalstab der Preußischen Armee / Oberste Heeresleitung des Deutschen Heeres, PH3/93K, Stellungskarte Diksmuide-Nord, Blatt XVIII, 14/1/1918; PH3-Karte/1827, Mannekensveer, 13/6/1918.
  • DESEYNE A. 2007: De kust bezet 1914-1918, Brugge.
  • LAMBRECHT E. 2013: Ten aanval. De strijd om de voorposten aan de IJzer, Brugge.
  • Topografische kaart van België, 12/5, Herziening derde editie, Militair Cartografisch Instituut, uitgegeven in 1933, schaal 1:20.000.

Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Aanvullende informatie

De muuropeningen werden eerst geïnterpreteerd als mitrailleuropeningen. Bij nader inzien betreft het wellicht observatiegleuven. 

Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Duitse bunker Dode Kreek [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/216702 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.