Villa Les Prairies is een grote villa in eclectische stijl, ontworpen in 1908 als buitenverblijf voor de Antwerpse tabakhandelaar Eugène Hartog die de plannen liet tekenen door de Nederlandse architect Nico van der Kloot Meijburg. Van deze architect werd voor dezelfde straat nog een tweede villaontwerp gevonden. Het zijn momenteel de twee enige gekende uitgevoerde ontwerpen van deze Nederlandse architect in België.

De villa is gelegen in het Schotenhof. Met haar rijkelijk aangeklede pittoreske architectuur en de ruime omliggende tuin in landschappelijke stijl, is de villa één van de mooiste en best bewaarde villa's uit deze begin-20ste-eeuwse villawijk.

De villa is gelegen op de hoek van de Grote Singel en de Alice Nahonlaan, op een groot bijna rechthoekig perceel dat is afgezoomd met hoogstammige bomen en heesters, en achteraan een vijverpartij heeft. Aan straatzijde is de tuin met een ijzeren hek afgesloten, waarin een ijzeren bordje is verwerkt met de naam van de villa in art-nouveau-lettertype.

Villa Les Prairies heeft een uitgesproken fantasierijke eclectische architectuur, waarin zowel in de bedaking als in de gevelafwerking met afwisselende vormen en indelingen wordt gespeeld. Opvallendste elementen zijn de belvedère in de hoektoren, het ruime omlopende terras en de luifel in de voorgevel.

De rode baksteenbouw is versierd met witte natuurstenen banden, kruiskozijnen, hoekneggen en omlijstingen, elementen die refereren naar de neo-Vlaamserenaissance en naar de neotraditionele stijl. De gecombineerde bedaking is met leien bedekt, en bestaat uit een groot zadeldak, dat doorsneden wordt door een haaks zadeldak aan de voorzijde van de woning, door een daktoren en door verschillende dakvensters.

De villa is gebouwd op een grosso modo vierkante plattegrond en telt twee bouwlagen op een souterrain. Aan zuid- en oostzijde is de woning omringd door een ruim open terras, op het niveau van de bel-etage. Met een hardstenen trap bereik je voordeur en terras, een bakstenen leuning met natuurstenen afdekking boordt het terras af, aan oostzijde is een brede uitwaaierende trap die toegang geeft tot de tuin vanuit het salon.

De voorgevel is op het zuiden gericht, en is het meest uitgewerkt van de vier gevels. De gevel is onregelmatig ingedeeld, met links de toegangstravee en rechts de brede venstertravee met puntgevel. Deze tweeledige opdeling van de voorgevel verraadt de vrij traditionele indeling van de woning, en is eigenlijk een vertaling van het burgerlijke 19de-eeuwse programma van rijwoningen in de stad. In de smalle travee links zit de inkom met kleine aansluitende spreekkamer, waarachter de brede traphal is gelegen en daarachter een kantoortje. De rechterhelft van de woning bestaat uit de klassieke enfilade van salon, eetkamer en veranda. Afwijkend van de enkelhuisindeling van de burgerwoning in de stad is enkel de verbreding van de traphal tot een vierkante grote ontvangstruimte, een eigenschap van de buitenverblijven tijdens de Belle Epoque. De klassieke, burgerlijke aanpak is ook af te lezen uit de aanwezigheid van keukens en dienstruimtes in het hoge souterrain.

De toegangstravee heeft een lijstgevelafwerking en bestaat uit een rondboogloggia links en een smal rechthoekig venster rechts, bekroond door de brede overkragende lijst van de bovenliggende, tweeledige loggia met bakstenen tussenstijl en houten borstweringen. De deurtravee wordt gemarkeerd door de hoge smalle daktoren met bovenin een belvedère, bekroond met een tentdak, vier natuurstenen hoekornamenten en een smeedijzeren windwijzer.

De brede venstertravee rechts is door een tuitgevel met schouderstukken geaccentueerd, die door een natuurstenen boord is afgezoomd. Uitgevend op het terras, een rechthoekig deurvenster met twee zijlichten, die samen onder een fraaie glazen luifel zijn gevat. Boven de luifel het terras van de masterbedroom op de verdieping. In de geveltop een drielicht voor de zolderkamers. Het schrijnwerk van deuren en vensters in de voorgevel is authentiek en is gekenmerkt door de houten roedeverdeling van de bovenlichten, ingevuld met gekleurd glas.

In beide zijgevels een erker, links voor de traphal en rechts voor het salon. Ook in deze gevels, afwisselende muuropeningen met bewaard schrijnwerk.