Deze villa, vroeger Villa Eddy genoemd, werd gebouwd rond 1910 als buitenverblijf voor Emiel De Pooter-Havermans. Hij was wisselagent bij de Naamloze Maatschappij Antwerpsche Volksspaarders en woonde in Antwerpen, eerst op de Kipdorpvest 60, later in de Nationalestraat 111.

Als locatie voor zijn buitenverblijf koos De Pooter het Schotenhof. Op 26 augustus 1904 werd de immobiliënmaatschappij "Domaines de Schotenhof" opgericht door enkele Antwerpse kooplieden. Zij hadden gronden (324 hectare) van de voormalige abdij van Villers aangekocht van de familie Le Sergeant d'Heudecourt. Ze verkavelden de gronden voor de bouw van riante buitenverblijven.

Deze villa op de hoek van de Kastanjedreef en de Alfons Servaislei is een representatief voorbeeld van de buitenverblijven in ruime siertuin die er toen werden gebouwd. De oorspronkelijke residenties werden voornamelijk gebouwd in cottagestijl, eclecticisme of de meer avant-garde art-nouveau- en later art-decostijl. Men gaf de voorkeur aan ontwerpen met een eigen identiteit, kleinschalige kasteelvilla's en een intieme, pittoreske vormgeving.

Voor deze villa koos de ons niet bekende ontwerper voor een fantasierijke, eclectische stijl. Het is een rode baksteenbouw in kruisverband met opgelegd voegwerk, waarin gele baksteen en natuursteen decoratief zijn verwerkt. De ruime woning heeft een verhoogde begane grond en telt twee bouwlagen onder een leien, gecombineerde bedaking. De gevels van de villa werden op verschillende punten verbouwd: typische elementen van de villa’s in het Schotenhof zoals open terrassen, erkers en bow-windows, werden dichtgemaakt en verbouwd. Ook het dak, oorspronkelijk bekroond met een centrale belvedère, is ondertussen vereenvoudigd.

De voorgevel van de villa, gericht op de Alfons Servaislei (noord), kreeg een opvallende, typisch eclectische vormgeving. Het rode bakstenen parement is versierde met sierbanden in gele en witte baksteen. De linker helft van de gevel kreeg de meeste aandacht: de puntgevel is uitgewerkt als toegangsportaal en had oorspronkelijk een groot, overdekt terras bekroond door een balkon. De houten constructie van de terrasoverkapping is verwijderd. De opvallende versiering van de puntgevel is wel bewaard. Deze is afgelijnd met een hardstenen boord en bekroond door een art nouveau topstuk. De boogfries met overhoekse pinakeltjes, hardstenen consoles en gele bakstenen sierranden, lijkt sterk op de versiering van de puntgevel van een andere villa in de straat, Villa Le Rubis . De oorspronkelijke voordeur is gedicht en naar de linker travee verplaatst. Het rechter gedeelte van de noordelijke gevel is een lijstgevel; rechthoekige vensters beneden en op de verdieping. Op de plaats van het huidige kleine hoekterras was oorspronkelijk een opvallende hoekerker aangebracht.

De westelijke zijgevel bestaat uit twee gecombineerde lijstgevels, met verschillende kroonlijsthoogtes; de gele bakstenen sierbanden zijn ook hier aanwezig. Ook in deze gevel is een belangrijke wijziging aangebracht. Op het open terras, met breed halfrond terrasvenster, is een gesloten veranda gebouwd. Verder in deze gevel een breed rechthoekig venster beneden, en smallere getoogde vensters op de verdieping, oorspronkelijk beluikt.

De achtergevel (zuid) bestaat net als de voorgevel uit een combinatie van punt- en lijstgevel. Het rode parement is verlevendigd met gele bakstenen sierbanden. Rechthoekige deur- en vensteropeningen, in de geveltop een halfrond zoldervenster. Een recentere aanbouw verbergt een deel van de oorspronkelijke gevel. Ook aan deze kant was de villa voorzien van een groot terras, waarin nu de garage is ondergebracht.

In de oostelijke zijgevel zitten de lage, rechthoekige toegangen tot het souterrain verwerkt, evenals een zijdeur onder rechte luifel. De erker die deze gevel oorspronkelijk sierde, is weggehaald. De rode bakstenen lijstgevels kreeg gele bakstenen sierlijsten. Rechthoekige, rondbogige en segmentbogige vensters verspreid over de gevel.