Burgerhuis met huidig uitzicht uit het begin van de twintigste eeuw, volgens gevelsteen toe te wijzen aan architect Jacq. Albert.

Door het grote aantal meubelateliers in Sint-Genesius-Rode waren er ook verschillende houtleveranciers. In het huidige OCMW-gebouw was vroeger de bekende houthandelaar Van Rossum-Hanssens gevestigd. De magazijnen voor houtopslag waren gelegen op de plaats waar zich nu de parking van het Onze-Lieve-Vrouwinstituut bevindt.

Op het perceel waarop de woning vandaag staat, is al op de Popp-kaart bebouwing aanwezig. Ook op de Ferrariskaart kan men op deze locatie al enkele constructies waarnemen. Volgens de oudste kadastergegevens was het perceel in handen van de kerkfabriek van Alsemberg. In 1865 wordt het verkocht aan de weduwe Hullenberg, landbouwster uit Sint-Genesius-Rode. Het wordt tweemaal vergroot (in 1885 en 1878) en komt in 1905 in handen van Jan-Baptist Van Rossum-Hanssens, handelaar uit Sint-Genesius-Rode.

Vandaag deels vrijstaande, sobere maar imposante neoclassicistische burgerwoning, onder schilddak (mechanische pannen) waarvan de voorgevel verlevendigd wordt door een gecombineerd gebruik van baksteen en natuursteen. Dubbelhuis van drie traveeën en drie bouwlagen met souterrain , waarbij de rechtertravee een venstertravee met tweelichten is. Bakstenen lijstgevel op hoge hardstenen plint, verticaal geaccentueerd door hoeklisenen met verwerking van natuursteen en door een middenrisaliet, met dito hoeklisenenen. Witgeschilderde houten kroonlijst, in verstek ter hoogte van het middenrisaliet, op klossen met een tandlijst, met daar onder een hardstenen lijst op dito consoles. Op de verhoogde begane grond een bewaarde houten vleugeldeur in hardstenen omlijsting met hogerop een deurvenster met balkon met smeedijzeren leuning rustend op zware consoles. Rechthoekige vensters in hardstenen omlijsting met bovenaan waterlijst. Keldervensters met eenvoudige, ijzeren tralies.