Gaaf bewaarde eenheidsbebouwing van twee enkelhuizen in spiegelbeeld van twee traveeën en twee en een halve bouwlaag onder zadeldak (mechanische pannen, nok parallel met de straat), kadastraal geregistreerd in 1895.

De bepleisterde en geschilderde lijstgevels zijn opgebouwd uit een brede venstertravee en een smalle deurtravee. De venstertravee wordt afgelijnd door lisenen die als imitatiekettingen zijn opgevat en heeft gekoppelde vensters op de beneden en eerste verdieping en een centrale oculus op de mezzanine. De steekboogvormige muuropeningen zijn op de eerste verdieping gevat in een platte bandomlijsting, voorzien van oren, neuten en een imitatiesluitsteen, op de benedenverdieping in een geriemde omlijsting met waterlijst. Het rechtse pand heeft op de benedenverdieping mogelijk later aangebrachte rolluikkasten. De oculi zijn eveneens voorzien van een geriemde omlijsting met imitatie negblokken aan weerszijden. Een vlakke cordonlijst op de borstwering van de mezzanine vormt een horizontaal accent.

De hardstenen lekdrempels van de vensters op de benedenverdieping zijn voorzien van een bescheiden versiering. Het schrijnwerk bleef behouden, maar de voordeur van nummer 30 werd vernieuwd. Dit pand heeft tevens een vernieuwde, beraapte plint en een recente dakkapel.