Eigen woning van de architect Pierre Coulon, gelegen op een middelgroot perceel op de Kleine Hut. Coulon ontwierp de woning in de jaren 1950 in samenwerking met zijn geassocieerde partner André Noterman, die eveneens in Sint-Genesius-Rode woonde (Sint-Annalaan 115). De woning was exemplarisch voor het werk van Coulon en Noterman: een eenvoudig modernisme met veel aandacht voor lichtinval en ruimtelijke werking. Coulon en Noterman breiden in de jaren 1960 de woning beperkt uit, met behoud van haar karakter. Nadien werd ze echter verder verbouwd waarbij het oorspronkelijk karakter deels verloren ging.
De woning Coulon is omwille van een optimale oriëntatie schuin ingeplant op het terrein, waardoor eveneens een afgebakende toegangszone ontstaat voor de woning. Aanvankelijk was de woning opgebouwd uit drie duidelijk onderscheiden volumes, opgetrokken in dragend metselwerk (exterieur gewit, interieur zichtbaar). Een noordelijk gelegen volume omvatte de eigenlijke woning met op het gelijkvloers in open planopbouw de woonkamer, keuken en speelhoek, en op de verdieping het nachtgedeelte (bewaard). Aan de zuidkant (straatkant) bevond zich een geknikt volume met de garage. Boven de garage bevond zich een volledig in hout uitgevoerd schildersatelier, met grote raampartijen van vloer tot plafond afgewisseld met geverniste triplexplaten (niet bewaard). Tussen deze beide volumes lag een verbindingsvolume met een bouwlaag met inkomhal, vestiaire, wc en berging (bewaard, maar dient niet meer als inkom). Omwille van de aandacht voor de toepassing van hout ontving de woning Coulon in 1957 de vierde prijs van de Nationale Wedstrijd voor het Hout (1957). Bij verbouwing werd het schildersatelier echter dichtgemetseld en werd aan oostzijde een vierde volume met twee bouwlagen gebouwd.
De woning Coulon werd gekenmerkt door een uitgekiende raamcompositie, die ook vandaag nog herkenbaar is. Smalle bandramen worden afgewisseld met een aantal goedgeplaatste rechthoekige en vierkante raamopeningen. Het raam in de zuidwestelijke gevel is gevat in een uitkragende betonnen kader, met een vormgeving typisch voor het modernisme in de jaren 1950. De raam- en deurpartij in de noordgevel worden overspannen door een uit de muur stekende betonnen latei. De kleuraccenten voor opendraaiende ramen (zwart geëmailleerd schrijnwerk) en voor de toegangsdeur (helderblauw) zijn vandaag verdwenen (schrijnwerk niet intact).
- Gemeentearchief Sint-Genesius-Rode, Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening, bouwaanvraag 27.10.1962/ 1962 201 (verbouwing).
- S.N. 1957: P. Coulon collaboration Noterman. Maison à Rhode-Saint-Genèse (4ième prix concours national 57, du bois), Architecture 57.21, 855-856.
- S.N. 1957: Le quatrième prix du concours national d’architecture. Habitation à Rhode-Saint-Genèse, architectes: P. Coulon et A. Noterman, La Maison 13.4, 116-117.