Neo-Vlaamserenaissance-getinte, halfvrijstaande burgerwoning met naastgelegen ommuurde tuin (links) en garage (rechts), kadastraal geregistreerd in 1915. De woning werd door de gemeente in 1955 aangekocht voor de inrichting als pastorie. Dubbelhuis van drie traveeën en twee bouwlagen, met een verhoogde begane grond onder zadeldak (rode, mechanische pannen). Lijstgevel met een parement van rode baksteen, met gebruik van hardsteen voor onder meer muurbanden, waterlijsten en plint. De muuropeningen zijn rechthoekig of uitgevoerd met een korfboog of een rondboog en op de verdieping voorzien van hardstenen sluitstenen.

De eerste travee, met een drielicht gescheiden door slanke kolommen van hardsteen op de benedenverdieping en een erker op de eerste verdieping, waarboven een rondboogvenster, loopt uit op een tuitgevel die geflankeerd wordt door postamenten met bolbekroning en die bekroond wordt door een siervaas. Sieranker, dat mogelijk de letters "JLC" voorstelt, in de geveltop.

Bewaarde vleugeldeur met verzorgd houtwerk. Venstertravee rechts met per verdieping tweelichten, gescheiden door een slanke, hardstenen kolom.