Villa in naoorlogs modernisme naar ontwerp van Paul Emile Vincent, in 1963 gepubliceerd in La Maison. Gelegen op een ruim, hellend perceel en deels in het terrein ingewerkt. Het artikel roemt de oorspronkelijke schoonheid van het bouwterrein, met talrijke zilverberken, die bij de bouw zoveel mogelijk gespaard werden.
Samenstel van een hoofdvolume van twee bouwlagen Met L-vormige plattegrond rechts en links ervan een kleiner, langgerekt, meer naar achter ingeplant rechthoekig volume van één bouwlaag. Alle volumes zijn opgetrokken uit baksteen, oorspronkelijk wit maar nu donkergrijs geschilderd, met respectievelijk een zadeldak en een lessenaarsdak (nok parallel met de straat, leien). De gevelopeningen zijn rechthoekig en binnen eenzelfde gevelvlak heel uiteenlopend van afmetingen, gaande van kleine, horizontale vensters tot brede, gevelhoge vensterpartijen met ramen met onregelmatige, rechthoekige onderverdelingen.
Het hoofdvolume bestaat uit twee delen. Het uitspringende linkerdeel heeft op de benedenverdieping de dubbele garage en op de eerste verdieping het bureau, de hal en een deel van de woonkamer, die doorloopt in het aansluitende, kleine, rechthoekige volume links. Op de bovenverdieping bevinden zich hier de badkamer en de ouderslaapkamer.
Het rechterdeel is onderkelderd. Op de benedenverdieping zijn hier de keuken en de eetkamer te vinden, op de bovenverdieping kinderkamers en de logeerkamer. Eetkamer, woonkamer en hal vormen één grote ruimte met een niveauverschil dat opgevangen wordt door enkele treden in jadegroen marmer, dit volgens het artikel in La Maison.
Zoals te zien op de foto's bij het artikel was ook de buitenruimte mee ontworpen, met een vrij smal, langwerpig, rechthoekig terras met open haard achter de woning, haaks aansluitend op de woonkamer.
De huidige indeling van woning en terrein zijn niet bekend.
- S.N. 1963: Villa à Rhode-Saint-Genèse, architecte: Paul E. Vincent – Groupe N.A., La Maison 19.5, 147-149.