Landhuis ingeplant op een groot, beboomd terrein en moeilijk zichtbaar vanop straat.

Kadastraal geregistreerd in 1915 als kasteel met bijbehorend, niet nader omschreven huis (aan de kant van de Kastanjeboomlaan), broeikas en lustgrond, eigendom van Georges Bouvier-Cluzeau, nijveraar, gevestigd aan de Wolvengracht 58 in Brussel. Aan de Wolvengracht 58-60 was van 1885 tot 1928 A. Bouvier-Streel gevestigd, een groothandel in "articles blancs et dentelles, broderies, rideaux, tissus imprimés", waarschijnlijk is er een familieband.

In 2002 werd door de Chinese ambassade een aanvraag voor een uitbreiding ingediend. De plannen voor deze uitbreiding met twee flankerende vleugels van één bouwlaag in aansluitende, historiserende stijl, werden getekend door architect Johnny Eyers.

Dubbelhuis van negen traveeën en twee bouwlagen, onder een mansardedak (zwarte leien), voorzien van vijf halfronde dakvensters. De voorgevel, een witgepleisterde, neoclassicistische lijstgevel op een plint van natuursteen, is volkomen symmetrisch opgebouwd. De drie centrale traveeën worden voorafgegaan door een bordestrap die leidt naar een portiek met twee ionische zuilen, met daarachter de ingang, via drie vleugeldeuren, voorzien van een rondbogig bovenlicht met ovale inzet. Dit raamtype zien we op de benedenverdieping ook terug in de tweede en achtste travee. De inkompartij wordt aan weerszijden geflankeerd door een gevelhoge driezijdige erker, die telkens paalt aan de in het begin van het tweede millennium uitgevoerde uitbreiding. Op de ionische zuilen van het portiek sluit een balustrade aan, die op de benedenverdieping voorbij de tweede, derde, zevende en achtste travee loopt. Boven het portiek een centraal deurvenster met balkon met balusterafsluiting geflankeerd door twee rechthoekige deurvensters. De rechthoekige vensters in de tweede en achtste travee van de eerste verdieping worden bekroond door een afgerond fronton op consoles.

De al bij al bescheiden stucwerkdecoratie bestaat onder meer uit geprofileerde cordons, consoles, en panelen en cassettes met ovale medaillons of festoenen boven de rechthoekige vensters in de eerste, derde, zevende en negende travee.

Volgens de plannen bij de bouwaanvraag zijn de overige gevels vrij sober opgevat en voorzien van overwegend rechthoekige muuropeningen.