Betonnen militaire constructie tegen de oostelijke zijde van het huis op adres Zevekotestraat 103 gelegen.
Duitse mitrailleurpost, opgetrokken bij steunpunt 17, als onderdeel van de Flandern I Stellung.
Zevekote lag tijdens de Eerste Wereldoorlog in het zogenaamde Marinegebiet. Hiermee wordt dat deel van de Duitse frontzone en het hinterland bedoeld, dat bezet werd door het Marinekorps Flandern. In vogelvlucht lag het dorp op bijna acht kilometer van het front bij de IJzer verwijderd. Ten westen van de dorpskern van Zevekote liep de Flandern I Stellung, een stelling die vanaf eind 1916 werd aangelegd. Aan de oostelijke zijde van de dorpskern werd in de laatste maanden van 1917 een Artillerie-Schutz-Stellung met prikkeldraadversperringen aangelegd. Deze artilleriestelling begon in Mariakerke bij Oostende en liep tot Zevekote. In het dorp waren nog diverse commandoposten ingericht.
De Flandern I Stellung begon in Raversijde en liep via Leffinge en Zevekote richting Zande en het Operationsgebiet van het Vierde Duitse leger. In het Marinegebiet bestond deze stelling uit een opeenvolging van achttien steunpunten. De meeste steunpunten bestonden uit bunkers voor mitrailleurs, die verbonden waren met loopgraven en prikkeldraadversperringen. Op sommige plaatsen werden boerderijen versterkt en in de linie opgenomen. Via Riegel, dwarsstellingen hoofdzakelijk bestaande uit prikkeldraadversperringen, werd deze Flandern I – Stellung verbonden met de meer westelijk gelegen tweede Duitse stelling. Deze Riegel hadden tot doel eventuele doorgedrongen aanvallers op te houden.
Bij steunpunt 17 werden in 1917 minimum vier bunkers opgetrokken, waarvan twee ten noorden van de huidige Zevekotestraat en twee ten zuiden ervan ( ). Op de kaart van 25 november 1917 staan er in feite bij weerstandsnest 17 vijf bunkers aangeduid, met tweemaal de vermelding M.G.U. (Maschinen Gewehr Unterstand). Bij de andere steunpunten staat doorgaans maar één M.G.U. aangeduid. Mogelijk waren er aan de Zevekotestraat meer mitrailleurposten opgetrokken omwille van het belang van de baan tussen Sint-Pieterskapelle en Zevekote, die een belangrijke aanvoerslijn richting het front vormde. Langs deze baan was een zogenaamde Kleinbahn of een één-meterspoor aangelegd.
Onderhavige constructie betreft een mitrailleurpost met achteraan een sterk uitgewerkte borstwering tegen het dak en twee lagere zijlingse borstweringen. Aan de overzijde van de straat lagen nog twee gelijkaardige mitrailleurposten, telkens met bijkomende lage borstweringen aan oostelijke zijde. De meest westelijke bunker, die ten dele bewaard is ten noordwesten van de hoeve op adres Zevekotestraat 103, fungeerde behalve als mitrailleurpost ook als observatiepost. De observatie kon gebeuren via het mangat doorheen het dak. Het is niet duidelijk wat de mogelijke vijfde constructie bij dit steunpunt zou geweest zijn, zoals aangegeven op de stafkaart van 25 november 1917.
Onderhavige bunker was tegen de zijgevel van de hoevewoning opgetrokken. Ook de andere bunkers waren tussen bestaande gebouwen opgetrokken, in een poging ze zo voor de vijand verborgen te houden. Luchtfoto’s van 29 mei 1918 tonen aan hoe men bovendien poogde deze bunkers te camoufleren, door er een zadeldak op te suggereren. Vanuit de lucht zijn echter de borstweringen aan oostelijke zijde te zien, wat hun functie als mitrailleurpost verraadde. Op een Belgische militaire stafkaart van november 1917 staan de vier bunkers reeds aangeduid.
Op de dakrand van de verdwenen mitrailleurpost was er centraal, ter hoogte van de trappenpartij, een bijkomende rand geplaatst, wellicht om de bediener van de mitrailleur bijkomend te beschermen. De luchtfoto van 29 mei 1918 suggereert dat er ook een dergelijke bijkomende betonnen rand aanwezig was bij onderhavige mitrailleurpost.
Het grondplan van deze sterk uitgewerkte mitrailleurpost stemt overeen met grondplan nummer 394, zoals eind de jaren 1930 uitgetekend door de Service Technique du Génie.
Halfondergrondse betonnen militaire constructie, opgetrokken tegen de oostelijke zijde van een bestaand hoevegebouw.
De betonnen constructie heeft een rechthoekig grondplan met twee uitspringende borstweringen aan oostelijke zijde. Het beton is gegoten binnen een houten bekisting. Aan oostelijke zijde is de toegangszijde van de bunker sterk uitgewerkt. De muur tussen de twee deuropeningen loopt schuin naar binnen en bevat centraal een betonnen trappenpartij waarin aan beide zijden een nis is uitgewerkt. Via de trappen kan een richel bereikt worden. Door op het dak een mitrailleur op te stellen, kon dit dak bijgevolg fungeren als borstwering.
De lage borstweringen in de noordoostelijke en zuidoostelijke hoek zijn gebogen afgewerkt en bevatten een nis en bovenaan een ronde uitsparing met opening, waarin een staaf kon worden aangebracht (voor het verankeren van een mitrailleur). Deze zijde is afgewerkt met een betonnen platform met twee treden, waarin een gebogen 'pad' is uitgespaard net achter de borstweringen.
Via de twee deuropeningen kan een gang betreden worden, die op zijn beurt via twee openingen toegang verschaft tot twee ruimtes. Deze ruimtes zijn aan westelijke zijde nog eens met elkaar verbonden via een doorgang. Het plafond is verstevigd met ijzeren balken en bevat drie vierkante openingen (zichtbaar vanop het dak). De muren zijn witgekalkt. In de meest zuidelijke ruimte werd een schietopening in de zuidelijke muur aangebracht, in de noordelijke ruimte één in de westelijke muur. Deze schietopeningen situeren zich aan de binnenzijde tegen het plafond. Vlakbij deze schietopeningen is telkens een nis uitgewerkt. In de gang zijn eveneens twee nissen uitgespaard. Ter hoogte van een deurhengsel aan zuidelijke zijde is volgende inscriptie ingekerfd: "30 VIII 1941".
Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier 4.001/35005/102.1, Duitse mitrailleurpost uit de Eerste Wereldoorlog in Gistel (Zevekote) (DECOODT H., 2016).
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2016: Duitse mitrailleurpost [online], https://id.erfgoed.net/teksten/193730 (geraadpleegd op ).
Eén van twee Duitse bunkers, gelegen op adres Zevekotestraat 103, op ongeveer een kilometer ten zuidwesten van de kerk van Zevekote, net ten oosten van het Klein Bazelaargeleed. Onderhavige bunker is gebouwd tegen de hoeve, aan oostelijke zijde. De andere bunker ligt ten noordwesten van de hoeve, waarop ten dele een schuur is gebouwd.
Historiek
Eén van twee Duitse bunkers, die behoorden tot het steunpunt 17 binnen de 'Flandern I Stellung'. Vanaf eind 1916 begon men met de uitbouw van de 'Flandern I – Stellung', achter (ten oosten van) de tweede Duitse stelling (die liep van Middelkerke, via Slijpe en Sint-Pieterskapelle tot Keiem). Deze 'Flandern I – Stellung' begon in Raversijde en liep via Leffinge en Zevekote naar Zande. Daar liep de 'Flandern I – Stellung' verder op het gebied van het Duitse Vierde Leger zuidwaarts richting Ieperboog. Het deel van de 'Flandern I – Stellung' in het 'Marinegebiet' bestond uit 18 weerstandsnesten met stevige betonnen mitrailleursposten, loopgraven en verschillende rijen prikkeldraadversperringen. Op sommige plaatsen werden boerderijen versterkt en in de stelling geïntegreerd. Via 'Riegels', dwarsstellingen hoofdzakelijk bestaande uit prikkeldraadversperringen, werd deze 'Flandern I – Stellung' verbonden met de tweede Duitse stelling. Deze hadden tot doel eventuele doorgedrongen aanvallers op te houden.
De meest westelijke bunker fungeerde ook als observatiepost, dankzij het mangat in het dak. Een derde constructie, opgetrokken bij de boerderij aan de overzijde van de straat en gelijkaardig als de meest oostelijke constructie, is afgebroken. Foto’s van deze derde constructie tonen hoe er op de rand van het dak, ter hoogte van de trappenpartij betonnen randen waren aangebracht, wellicht om een mitrailleur extra te beschermen. Ook bovenaan het mangat van de bewaarde observatiepost zijn betonnen randen bewaard. De constructies zijn telkens met borstweringen aan oostelijke zijde uitgewerkt. Volgens militaire luchtfoto’s uit 1918 was er aan de overzijde nog een vierde bunker aanwezig, eveneens met uitspringende lage borstweringen aan oostelijke zijde. Een blik op de luchtfoto’s leert dat men poogde de mitrailleurposten te camoufleren, door een zadeldak op de constructie te suggereren.
Het grondplan van deze bunker stemt min of meer overeen met grondplan nummer 394, zoals eind de jaren 1930 uitgetekend door de 'Service Technique du Génie'.
De aangebrachte datum "30 VIII 1941" wijst mogelijk op een hergebruik van de bunker tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Beschrijving
Halfondergrondse betonnen militaire constructie, met een rechthoekig grondplan en twee uitspringende borstweringen aan oostelijke zijde. De constructie is tegen een bestaande hoeve opgetrokken. De constructie is gegoten binnen een houten bekisting en vooral aan oostelijke zijde sterk uitgewerkt. De muur tussen de twee deuropeningen loopt namelijk schuin naar binnen af en bevat centraal een betonnen trappenpartij waaronder aan weerszijden een nis steekt. Via deze trappen kan een richel bereikt worden. Door op het dak een mitrailleur op te stellen, kan dit dak bijgevolg fungeren als borstwering.
De lage borstweringen in de noordoostelijke en zuidoostelijke hoek zijn gebogen afgewerkt en bevatten behalve een nis bovenaan ook nog een ronde uitsparing met opening, waarin een staaf kan worden aangebracht. Deze zijde is tenslotte afgewerkt met een betonnen platform met twee treden, waarin een gebogen 'pad' is uitgespaard net achter de borstweringen.
Via de twee deuropeningen kan een gang betreden worden, die op zijn beurt via twee openingen toegang verschaft tot twee ruimtes. Deze ruimtes zijn aan westelijke zijde nog eens met elkaar verbonden via een doorgang. Het plafond is verstevigd met ijzeren balken en bevat drie vierkante openingen (zichtbaar vanop het dak). De muren zijn witgekalkt.
In de meest zuidelijke ruimte steekt een schietopening in de zuidelijke muur, in de noordelijke ruimte één in de westelijke muur. Deze schietopeningen bevinden zich aan binnenzijde tegen het plafond. Vlakbij deze schietopeningen is telkens een nis uitgewerkt. In de gang zijn eveneens twee nissen uitgespaard.
Ter hoogte van een deurhengsel aan zuidelijke zijde is volgende inscriptie ingekerfd: "30 VIII 1941".
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2014: Duitse mitrailleurpost [online], https://id.erfgoed.net/teksten/162759 (geraadpleegd op ).