erfgoedobject

Landhuis Maison Blanche

bouwkundig element
ID
216788
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/216788

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Landhuis Maison Blanche
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Landhuis Maison Blanche
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

Goed bewaard, neoclassicistisch, landhuis gelegen in een groot, landschappelijk aangelegd park. De indrukwekkende toren is van ver in de gemeente zichtbaar.

Het huis werd in 1929 kadastraal geregistreerd als vergroting van een bestaand pand. Het domein was toen eigendom van Alexis Van Opstal, "Bestuurder van Maatschappij, Moortsel". De plannen van deze verbouwing uit december 1928 zijn bewaard in het gemeentearchief. De naam van de architect wordt niet vermeld, alleen de handtekening van Van Opstal zelf en de naam van het huis, "Maison Blanche". De wijzigingen in grondplan ten opzichte van de vorige kadastrale referentie in 1906 zijn aanzienlijk, zo werd de bordestrap naar de ingang verplaatst. Het bijgebouw in de tuin aan de kant van de Zoniënwoudlaan verschijnt in 1933 op de kadasterplannen. In het gemeentearchief bleef hiervoor een bouwaanvraag bewaard, eveneens uit 1928. Het hoofdgebouw werd ook op postkaarten afgebeeld.

Alexis Van Opstal (Antwerpen 1874 - Sint-Genesius-Rode 1936) was de oprichter van de Compagnie Maritime Belge, in 1930 ontstaan uit de fusie van de Compagnie Belge Maritime du Congo en Lloyd Royal Belge. Hij was een vroege en belangrijke verzamelaar van Afrikaanse kunst. In zijn "Maison Blanche", liet hij een Afrikaans salon inrichten, waarin zijn collectie werd ondergebracht. Dit salon werd, net zoals heel wat andere kamers in de woning, ingericht door de Antwerpse interieurfirma Maison Franck (niet te verwarren met de Franse interieurarchitect Jean-Michel Frank, 1895 – 1941). De Blauwe Kamer in dit huis wordt omschreven als één van de belangrijkste projecten van Franck in Brussel en wordt gekenmerkt door toile peinte op de muren (zilverblad overschilderd met blauwe verf die zilveren motieven vrijlaat) en een symmetrische plaatsing van meubilair (twee kabinetten met schildpadfineer en lak, aan weerszijden van de sofa). De eetkamer is typisch voor de neostijlen die de firma Franck ook hanteerde: eiken lambrisering en beschilderd cassetteplafond, stoelen naar vroeg 18de-eeuws Nederlands of Engels model, kabinetten in de stijl van Luik circa 1720 (versierd met een houten lambrekijn in Franse barok) en een smeedijzeren kandelaar en console met marmeren blad. De ouderslaapkamer daarentegen werd heel strak gehouden en volledig uitgevoerd in wortelhout. De logeerkamers kregen een zogenaamd décor de Spa (hout beschilderd met kleine bloemetjes, in grijsgroen).

De collectie werd door de erfgenamen Van Opstal geveild in 2008.

Het neoclassicistische landhuis is moeilijk zichtbaar vanop straat, maar lijkt goed bewaard te zijn gebleven. Het heeft een vrij complexe plattegrond, die een hoofdvolume onder mansardedak op vierkant grondplan combineert met aan de zuidkant een markante toren op rechthoekig grondplan onder een hoog schilddak met ijzeren belvedère en met een westelijke uitbouw op rechthoekig grondplan, eveneens onder mansardedak. In de oksel van de toren en het hoofdvolume is de wintertuin van één bouwlaag ingeplant.

De mansardedaken zijn, met uitzondering van de noordkant, per travee voorzien van een rondboogvormig dakvenster. Het torendak telt per travee onderaan een grote en bovenaan een kleine oeil-de-boeuf. Alle daken zijn bedekt met natuurleien.

Het geheel heeft over het algemeen sober uitgewerkte lijstgevels, die voorzien zijn van een witte bepleistering met imitatievoegen. Het pand telt twee tot drie bouwlagen.

De ingang bevindt zich aan de oostkant. Het hoofdvolume telt daar vier traveeën en twee bouwlagen. Een bordestrap met balustrade leidt naar overdekte gaanderij die steunt op fijne kolommen en die voorzien is van eenzelfde balustrade als de trap. De galerij wordt bekroond door een balkon op de eerste verdieping, dat aansluit op een dakterras met balustrade boven de wintertuin ten zuiden. De gevel is verder voorzien van hoeklisenen en een liseen links van de asymmetrisch geplaatste toegangsdeur in de derde travee. De segmentboogvormige muuropeningen zijn beluikt op de verdieping. De oostgevel van de toren is grotendeels blind, met uitzondering van een ovaal venster op de tweede verdieping. Het uitzicht van de overige gevels sluit volgens de bouwplannen hierbij aan.

Volgens de plannen bij de aanvraag tot verbouwing in 1928 was het gehele landhuis onderkelderd. Die ruime kelders boden onderdak aan een wijnkelder, een kolenkelder, , een houtkelder, een voorraadkelder, een wasplaats, een kelderkeuken, een kamer voor de huishoudster en een "état domestique". Daarnaast waren er ook een ijskelder, een "chambre obscure" en een fruitkelder ("fruitier") aanwezig, net als een ruime vestibule, een toilet en enkele "debarras". De "calorifère" was voorzien nabij de hout- en kolenkelders.

Op de benedenverdieping kwam men van de gaanderij in een portaal, gevolgd door een ruime, langgerekte traphal, met links het salon, dat aansloot op de wintertuin en de eetkamer aan de zuidzijde en rechts de rookkamer aan de noordkant, waarachter zich nog de vestiaire en de "porche" (naar de achterdeur) bevonden. Aan de westkant was nog een ruime "office" voorzien.

Op de eerste verdieping bevond zich in de zuidwesthoek de kamer van de heer en de vrouw des huizes, voorzien van een ruime, aansluitende "toilette". Het bureau sloot rechts hierop aan. Verder waren er op deze verdieping twee slaapkamers, met gezamenlijke "toilette" aan de noordkant en aan de westkant twee gastenkamers, eveneens met gedeelde badkamer.

Op de tweede verdieping van de toren was ook nog een gastenkamer met badkamer ondergebracht. Verder in de mansarde nog een gastenkamer, naast mansardekamers, waarvan de functie niet geduid wordt maar die vermoedelijk bestemd waren voor inwonend personeel, ingebouwde kasten, een afzonderlijke, ruime kofferkamer en tot slot nog een badkamer met afzonderlijk toilet.

Een bezoek aan het interieur werd niet toegestaan.

  • Gemeentearchief Sint-Genesius-Rode, Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening, bouwaanvragen, 19/6/1928, 15/12/1928.
  • MULLENDORFF E. 2002: The furniture and interior design of maison Franck of Antwerp (1900-1962), Furniture History 38, 150-165.
  • Mondelinge informatie verkregen van de heer Frans Lemmens (21 januari 2019).

Auteurs: De Houwer, Veerle; Vandeweghe, Evert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Landhuis Maison Blanche [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/216788 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.