Villa in regionalistische stijl, gelegen op een ruim, aan de straatzijde met bomen en hagen omzoomd perceel. Een smeedijzeren hek tussen bakstenen pijlers geeft toegang tot de onverharde oprit. Het pand werd kadastraal geregistreerd in 1910, als nieuw gebouwd huis met lusthof in eigendom van Georges Passau, ingenieur uit Sint-Genesius-Rode.
Dubbelhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen en verhoogde begane grond onder mansardedak (nok parallel aan de straat, natuurleien) aan weerskanten voorzien van een dakkapel en een schoorsteen op het nokuiteinde. Het overkragende dak wordt gesteund door houten schoren. Wit bepleisterde lijstgevel met beperkte accenten in gebouchardeerde en vlakke natuursteen, als oren, neuten, sluitsteen en lateien voor de segmentboogvormige gevelopeningen.
Het accent ligt op de centrale travee, die uitloopt op een tuitgevel. Deze risalietvormende travee wordt aan weerszijden afgelijnd door lisenen en boven aan de tweede bouwlaag door een rondboogfries. Vijf natuurstenen trappen leiden naar de voordeur, een dubbele vleugeldeur met glaspartijen voorzien van smeedijzeren tralies, waarvan het schrijnwerk bewaard bleef. De voordeur wordt overluifeld door het balkon van de bel-etage, steunend op slanke, smeedijzeren kolommen en met dito leuning.
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, mutatieschetsen Sint-Genesius-Rode, afdeling 1, 1910/1.