Ten tijde van het prinsbisdom Luik was de heerlijkheid Hasselbroek een zelfstandige Loonse gemeente.

Het huidige kasteel ligt in een ruim park met vijver. Op de uithoek van het park, kapel van Sint-Job, verbonden met het kasteel door middel van een dreef.

Oostvleugel onder licht gebogen, afgewolfd zadeldak (natuurleien): het hoofdgebouw van het vroeger kasteel.

Van het grote, gesloten complex van circa 1620 zoals dat ook nog door Remacle Leloup werd voorgesteld, bleven enkel bewaard: de westvoorgevel en de rechterhoektoren, opgetrokken in Maasstijl.

Witgekalkte baksteenbouw met verwerking van kalksteen voor vensteromlijstingen, banden en hoekstenen. Westgevel: op de eerste bouwlaag, acht kruiskozijnen met negblokken en verbindende munrbanden ter hoogte van boven- en onderdorpels. Op de tweede bouwlaag, zelfde aantal bolkozijnen met negblokken en eveneens doorgetrokken dorpels. De massieve, vierkante hoektoren, half in de gevel ingebouwd, vertoont vier bouwlagen onder de behouden torenspits. Grondig verbouwde achter- en zijgevels (tweede helft 18de eeuw), aangepast aan het huidige hoofdgebouw; op de eerste bouwlaag getoogde vensters en deuren, op de tweede bouwlaag rechthoekige vensters met oren, en doorlopende band ter hoogte van de onderdorpels; omlopende kroonlijst, geblokte hoekband, drie rondboogvensters in de zijgevel.

De huidige hoofdvleugel, ten noorden, dateert van 1770-1780; negen traveeën en twee bouwlagen onder schilddak (leien) met twee dakkapellen; bepleisterde baksteen met verwerking van kalksteen. Middenrisaliet van drie traveeën met driehoekig fronton. Eerste bouwlaag van kalksteen, opgevat als een geblokte sokkel; ingeschreven segementboogvensters in beide uiterste traveeën. Tweede bouwlaag geritmeerd door pilasters en geprofileerde, rechthoekige vensters, onder cartouches met lamberkijnen. In het middenrisaliet, drie rondboogdeuren, ingeschreven in een rechthoekige omlijsting van kalksteen met licht uitspringende trapezoïdale sluitsteen. Tweede bouwlaag met pilasterindeling, confer uiterste travee, en rondboogvensters met laberkijnversiering, opgenomen in de rechthoekige omlijsting; in het fronton, ronde wijzerplaat van het uurwerk. Medaillons en stucwerk in de afgeronde zijwanden; kroonlijst met omlopende balustrade. Noordachtergevel van dertien traveeën, met vrijwel identieke ordonnantie.

De westvleugel van twee twee bouwlagen onder afgewolfd zadeldak (leien), deed dienst als koetshuis. De gevel aan het staatsieplein vertoont twee grote rondboogpoorten tussen twee geblokte pilasters onder een bekronend driehoekig fronton. Daartussen, kleinere rondboogpoorten, (twee blinde in de uiterste travee). Tweede bouwl. confer rechtervleugel.

Verborgen achter de linkervleugel liggen de neerhofgebouwen (1755) gegroepeerd rondom een rechthoekig erf. Bakstenen gebouwen met segmentboogvormige omlijstingen van kalksteen voor vensters en deuren.

Dit neerhof is bereikbaar langs een inrijpoort in de hogervermelde westvleugel of langs een rechthoekige inrijpoort met fronton in de zuidvleugel van het neerhof.