Modernistische en deels onderkelderde meergezinswoning van drie wooneenheden met een opslagplaats en twee garages, volgens de bouwaanvraag van 1935 gebouwd naar ontwerp van architect Frans Meirlé in opdracht van Sylvester Dobbelaere, zie ook het opschrift 'Frans Meirlé / Bouwkundige' in de plint, rechts van de deuropening in de laatste travee.
Gebouw van zes traveeën breed en drie bouwlagen hoog onder een plat dak en op een plint van blauwe hardsteen. De gevel wordt beëindigd door een verspringende kroonlijst van blauwe hardsteen. Parement van gele baksteen in halfsteens verband met Dudokvoegen, gecombineerd met rode baksteen voor de licht uitspringende borstweringen op de verdiepingen, eveneens in halfsteens verband en met Dudokvoegen. De muurdammen op de verdiepingen hebben onderaan en bovenaan een band van blauwe hardsteen. Kenmerkend is de sterk horizontaal opgebouwde gevel met een verticaal accent in de licht verhoogde laatste travee. Rechthoekige vensteropeningen met doorlopende bakstenen rollagen als lateien en doorlopende hardstenen lekdorpels op de verdiepingen. Grotendeels vernieuwd schrijnwerk, met uitzondering van het schrijnwerk in de twee ronde patrijspoorten, voorzien van een vlakke omlijsting van blauwe hardsteen, ingevuld met structuurglas en afgesloten door ijzerwerk van twee verticale staven. Oorspronkelijk werd de gevel doorbroken door twee rechthoekige garagepoorten en twee deuropeningen. De garagepoorten hebben een gecementeerde vlakke latei en hardstenen stijlen, de deuropeningen hebben een licht geprofileerde cementering. De centraal gelegen garagepoort werd recent vervangen door een raam. Met uitzondering van de bewaarde, zwart geschilderde, metalen deur, ingevuld met gestructureerd glas, werd het schrijnwerk in de deur- en garagepoorten vernieuwd.
Volgens het bouwplan omvat de woning ter hoogte van de eerste vier traveeën op de gelijkvloerse verdieping een bedrijfsruimte met twee garages, burelen, een bureel van de verkopers en een achterliggend depot. Op de eerste en tweede verdieping bevindt zich ter hoogte van dezelfde traveeën telkens één appartement per verdieping met eenzelfde indeling: een trappenhuis ter hoogte van de tweede travee geeft toegang tot een centrale hal per verdieping, rondom deze centrale hal bevinden zich twee slaapkamers, een badkamer, een living, een keuken met achterkeuken, een opslagplaats voor kolen en een toilet nabij een koertje. Een derde wooneenheid bevindt zich ter hoogte van de vijfde en zesde travee en is opgebouwd als een enkelhuis over de drie bouwlagen: een inkom met trappenhal en achterliggende keuken, toilet en wasplaats aan de rechterzijde worden aan de linkerzijde geflankeerd door een salon en een eetplaats met achterliggende veranda, op de eerste verdieping bevinden zich twee slaapkamers, een badkamer en nog een bijkomende kamer, op de tweede verdieping bevindt er zich nog een derde slaapkamer en een zolderruimte.
- Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen particuliere woningen, G12, 1935/D/17.
- Artesis Hogeschool Antwerpen, Opleiding Monumenten- en Landschapszorg, 1ste master, Onuitgegeven nota’s Amaryllis Foulon, 2012-2013.