Deels onderkelderd burgerhuis, volgens een bouwaanvraag van 1935 naar ontwerp van architect Jan-Albert De Bondt, in opdracht van weduwe Gassée.

Rijwoning van twee traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak (pannen), op een hoge plint van blauwe hardsteen, doorbroken door een rechthoekig keldervenster. De lijstgevel wordt beëindigd met een uitkragende, vernieuwde kroonlijst. Parement van rode baksteen in halfsteens verband met kenmerkende Dudokvoegen. De pui wordt afgeboord met een doorlopende, betonnen puilijst.

De woning is opgetrokken in een modernistische, zakelijke stijl met kenmerken van de art deco in onder meer de doorlopende, betonnen (?) tussenstijlen van de drielichten en in het gebruik van glas-in-loodramen met driehoekige motieven in de deurtravee waarbij het rechthoekige bovenlicht nog haar oorspronkelijke driezijdige schrijnwerk behouden heeft. Rechthoekige vensteropeningen met arduinen lekdorpels en bakstenen rollagen als lateien. Rechthoekige deuropening onder een licht uitspringende, betonnen luifel. Grotendeels vernieuwd schrijnwerk. Rechts van de deuropening is er een aansluiting voor een buitenkraantje.

Volgens de bouwplannen is de plattegrond opgebouwd volgens een traditioneel schema van een enkelhuis waarbij het salon met aansluitend een woonkeuken aan de rechterzijde worden geflankeerd door een ingang en trappenhuis met achterliggend een keuken en wasplaats langs de koer. De eerste verdieping omvat twee slaapkamers en een badkamer. De derde verdieping bevat eveneens twee slaapkamers en een linnenkamer.