Burgerhuis in beaux-artsstijl, volgens de bouwaanvraag uit 1927 opgetrokken door de aannemers Charles Janssens & L. Van Grunderbeeck, in opdracht van Jos Labeye. De bouwplannen vermelden architect noch ontwerper.

Met een gevelbreedte van drie traveeën omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een plat dak. De lijstgevel is bekleed met een cementering in imitatie-natuursteen, en afgewerkt met een houten kroonlijst. Horizontaal geleed door de zware puilijst, is de opstand opgebouwd uit een gedrukte begane grond met de garagepoort en het portaal, en een bovenbouw gevat tussen kolossale pilasters. Deze wordt op de bel-etage gemarkeerd door een bow-window, en hogerop door een loggia met borstwering. Het neorégence-smeedwerk van de ijzeren garagepoort met initialen JL van bouwheer Jos Labeye, van de inkomdeur en de loggiaborstwering is bewaard; het oorspronkelijk houten schrijnwerk van de vensters met kleine roeden in het bovenlicht werd vernieuwd.

De plattegrond beantwoordt aan de typologie van de bel-etagewoning, die op de lage begane grond ruimte biedt aan de inkom- en traphal, de garage, kelders en een wasplaats. De suite van woon- en eetkamer, beslaat met de veranda, de keuken, de bijkeuken, het toilet en het overdekt terras de bel-etage. Op de tweede verdieping, bereikbaar via een afzonderlijke trap, bevinden zich drie slaapkamers in enfilade en de badkamer.