Bescheiden meergezinswoning in art-decostijl, naar een ontwerp door de architect Robert Soebert uit 1925. Opdrachtgever was Auguste Roelants, bureelbediende van beroep.

De meergezinswoning Roelants behoort tot de weinige gekende realisaties van Robert Soebert, die slechts een tiental jaar als architect actief was. Vóór de Eerste Wereldoorlog opgeleid als bouwkundig tekenaar, vestigde hij zich na zijn huwelijk in 1919 als bouwmeester te Berchem. In de Nieuw-Parkwijk “Den Brandt” had Soebert in 1923 al de tweewoonst Von Linnenfeld aan de Olmenlaan tot stand gebracht. Zijn belangrijkste realisatie is het Volkshuis van Sint-Niklaas, een gebouw uit 1925-1926, dat zich onderscheidt door de gevelsculpturen, het smeedwerk van de inkomdeuren en de glas-in-loodramen van de gelagzaal in zuivere art deco. Het paviljoen van de brouwerij Chevalier Marin op de Wereldtentoonstelling van 1930 in Antwerpen, geldt als één van zijn laatste scheppingen. In 1933 werd Soebert directeur van de Antwerpse bioscoop "Kinox", en vervolgens beheerder van de actualiteitsbioscopen van de groep Cineac in Antwerpen en Brussel.

Het rijhuis met voortuin telt drie bouwlagen en drie traveeën onder een plat dak. De lijstgevel heeft een parement uit rood baksteenmetselwerk, gecombineerd met een gecementeerde erker en pui in imitatie-natuursteen, op een hardstenen plint. Opmerkelijk is de decoratieve expressie van het vrij gesloten gevelveld, bepaald door een verzorgd metselverband met pilasters in kettingverband, zijpenanten uit rollagen, en een baksteenmozaïek als bekroning van de middenas. Deze laatste wordt verder gemarkeerd door de tweezijdige erker van de bel-etage. Van het houten schrijnwerk is enkel de inkomdeur bewaard; de vensters met typische horizontale roedeverdeling werd vernieuwd. De voortuinafsluiting, een eenvoudig bakstenen muurtje, is bewaard.

De L-plattegrond omvat twee bescheiden huurkwartieren die de gelijkvloerse en eerste verdieping beslaan, ontsloten door de gemeenschappelijke, zijdelings ingeplante inkom- en traphal. Beide woongelegenheden bestaan uit twee dooreenlopende kamers, en een keuken met wasplaats en toilet. Op de lage tweede verdieping bevinden zich twee mansardekamers en een zolder.