Burgerhuis in zakelijke art-decostijl naar een ontwerp door de architect René Grosemans uit 1928. Opdrachtgeefster was Louisa (Maria Louisa Ghislena) Van Overloop (°Beveren, 1892), uit de echt gescheiden van de Nederlander Alfred Thomaes, en moeder van Armand Thomaes (°Ginneken, 1914). Zij betrokken de woning in juli 1929.

De woning Van Overloop behoort tot de vroegste realisaties van René Grosemans, wiens loopbaan pas een tweetal jaar eerder van start was gegaan. Tijdens de jaren 1930 evolueerde zijn architectuur naar een sober baksteenmodernisme, verwant met het werk van Léon Stynen, waarvan de eigen woning in de Camille Huysmanslaan een representatief voorbeeld is.

De rijwoning met voortuin telt twee bouwlagen en twee traveeën onder een plat dak. De bouwplannen werden in spiegelbeeld uitgevoerd, met weglating van een oorspronkelijk voorziene pseudo-mansarde. De lijstgevel heeft een parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, met gebruik van blauwe hardsteen voor de plint, deuromlijsting en dorpels, en vandaag witgeschilderde bepleistering (Terranova) voor onder meer de erker en fries. Asymmetrisch van opzet, geritmeerd door pilasters en afgewerkt door de houten kroonlijst, legt de compositie de klemtoon op de brede zijtravee. Deze laatste wordt gemarkeerd door een driezijdige erker met bekronend balkon. Een opmerkelijk detail is het portaal, met een geïntegreerde tweezijdige bloembak, een luifel en dubbel bovenlicht. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur en vensters is bewaard, evenals het bakstenen tuinmuurtje met ijzeren buishek.

De plattegrond is georganiseerd rond de traphal die een centrale inplanting kreeg in de woning. Volgens de bouwplannen biedt de begane grond aan straatzijde ruimte aan de inkomhal met vestiaire en de woonkamer, en aan tuinzijde aan de keuken en een klein salon. De bovenverdieping omvat drie slaapkamers en de badkamer.