Ensemble van twee eclectische woningen met conciërgewoning, in 1907 kadastraal ingetekend als één geheel, in opdracht van Victoor Staquet-Motte, beenhouwer uit Sint-Joost-ten-Node. De oorspronkelijke benamingen werd teruggevonden op een oude prentbriefkaart. De onderbouw werd verbouwd tot garages, respectievelijk in 1951 en in 1949. Elk gelegen in een omringende tuin en afgesloten van de straat door een haag.

Baksteenbouw van vier ongelijke traveeën en souterrain + twee bouwlagen onder pannen zadeldak met de nok evenwijdig aan de straat. Twee verschillende gevels doch met bepaalde overeenkomsten zoals het spiegelbeeldschema met vooruitspringende vensterpartij en smallere terugwijkende deurtravee, de decoratieve verwerking van witte baksteen voor de muurbanden en pseudo-balusters; overwegend rechthoekige vensters onder ijzeren I-profielen met rozetbouten en voorzien van karakteriserend houtwerk met smalle roedeverdeling in de bovenlichten, inmiddels vernieuwd bij nummer 7.

Nummer 5 vertoont een licht verhoogd vensterrisaliet met loggia op de begane grond en op de verdieping drielichten gescheiden door bakstenen penanten.

Nummer 7 wordt gekarakteriseerd door een fantasierijk uitgewerkte topgevel en een erkervormend vensterrisaliet. Achtergevel grotendeels opgebouwd met dezelfde stijlkenmerken. In de rechtertravee, een toegevoegde derde bouwlaag van 1982.

Soberder uitgewerkte conciërgewoning bij nummer 5, gelegen ten oosten van de woning. In 1951 aangepast met onder meer een lichte volumeverhoging en door werken in het interieur. Baksteenbouw van twee bouwlagen onder plat dak. Lijstgevels op breukstenen plint en horizontaal geleed door witte bakstenen muurbanden. Gelijkaardige decoratieve uitwerking en muuropeningen als in de woningen.