Burgerhuis van vier traveeën en drie bouwlagen onder schilddak. Diephuis mogelijk met oudere kern. Met simili bepleisterde lijstgevel met neo-Lodewijk XVI- inslag (zie opgehangen festoenen, cartouches en guirlandes) uit het laatste kwart van de 19de of het begin van de 20ste eeuw (reeds bestaand in 1911), op de bel-etage gemarkeerd door een centrale halfronde erker. Rechthoekige bovenvensters gevat in een bandomlijsting met arduinen lekdrempels. Houten vensters met verticale houten glasroeden in de bovenlichten.

Verbouwde begane grond met in de rechtertravee nog de eind-19de of begin 20ste-eeuwse rechthoekige vleugeldeur met sierlijk smeedijzerwerk van onder meer guirlandes en vruchtenslingers in panelen en bovenlicht, gevat in een hardstenen omlijsting. Vernieuwde vitrine (vermoedelijk rond 1995).

Gevelaflijning door middel van omlopende kroonlijst op klossen en een fries van entrelacs, per travee gevat tussen postamenten waaraan vruchten- en bloemenslingers hangen.