Voormalige mechanische molen (einde 19de eeuw) links aansluitend op woning aan straatzijde. Ontstaan in drie duidelijk te onderscheiden bouwfasen, respectievelijk van, links naar rechts van vijf, drie en drie traveeën.
Bakstenen gebouw van twee en een halve bouwlaag, acht traveeën, en aansluitend drie traveeën met begane grond in baksteenbouw en beplanking op de bovenverdieping. Zadeldak met Vlaamse pannen. Getoogde openingen (met uitzondering van een dichtgemetselde deur met rechthoekige poorten in derde en vierde, en in zesde en zevende travee); natuurstenen dorpels. Geklonken (staafijzer) hijskap, en laaddeuren in derde travee; uitzonderlijke zware horizontale verankering tussen vijfde en zesde travee.
Interieur: houtconstructie; installaties ontmanteld. Op de koer voor de maalderij nog industriespoor merkbaar.
Bron: SCHLUSMANS F. met medewerking van GYSELINCK J., LINTERS A., WISSELS R., BUYLE M. & DE GRAEVE M.-C. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6n1 (A-Ha), Brussel - Gent. Auteurs: Schlusmans, Frieda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)