Burgerwoning met laatclassicistische lijstgevel, volgens bouwaanvraag uit 1780 in drie traveeën en drie bouwlagen opgetrokken, vermoedelijk als annex van een ouder pand zichtbaar op een prent uit 1798 van J.F. Mardulyn. Volgens een bouwaanvraag uit 1824 werden beide huizen verbouwd tot een dubbelhuis met een geüniformeerde gevel van zeven traveeën met middenrisaliet en drie bouwlagen onder zadeldak. Het linkerdeel van vier traveeën met inbegrip van de centrale toegangstravee (nummer 26) werd in 1962-1963 door een moderne apotheek vervangen. Volgens een gedenkplaat in het portaal van nummer 26 overleed daar graaf Frederik de Merode in 1830 bij zijn rentmeester Avoué Op de Beeck.

Ontpleisterde bakstenen gevel met verkleinende gevelordonnantie van drie bouwlagen onder houten geprofileerde kroonlijst op modillons, met links nog een bewaard kroonlijstgedeelte en modillon van het vroegere uitkragende middenrisaliet. Ter hoogte van de bovenverdiepingen bleven de rechthoekige vensteropeningen met hardstenen boven- en onderdorpels bewaard, bij de onderste vensters met bakstenen paneelwerk op de borstweringen. Verbouwde begane grond en vernieuwd schrijnwerk. Tijdens plaatsbezoek van september 2014 waargenomen 18de-eeuwse en vroeg-19de-eeuwse structuur. Salon op de eerste verdieping met laat 18de-eeuwse (vermoedelijk 1780) aankleding (lambrisering, plafond, paneeldeuren, schouw) in classicistische stijl; eveneens behouden 18de-eeuwse trap in classicistische stijl.