In het binnengebied van het bouwblok tussen de Onze-Lieve-Vrouwestraat, de Oude Brusselsestraat, de Lange Nieuwstraat en de Tessestraat bevindt zich een gebouw met oudere kern in traditionele bak- en zandsteenstijl. Volgens onderzoek van historicus Patrick De Greef heeft dit gebouw een zeer rijke voorgeschiedenis.

In het begin van de zeventiende eeuw slaagden brouwer Rombout Mommaerts en zijn vrouw erin verschillende naast elkaar gelegen perceeltjes in de Tessestraat te kopen en er een huisje op te bouwen. Het in de 17de eeuw beschreven "huysken met hof" werd vermoedelijk tussen 1677 en 1678 verbouwd tot een "hof van plaisantie", ook "zomerhuisken" (buitenverblijf) genoemd. In 1728 ingelijfd bij het klooster van de apostellinnen en na de opheffing van het klooster tijdens de Franse Revolutie verkocht aan Pierre Espren, handelaar in snuif en vastgoedspeculant. In de loop van de 19de eeuw opgedeeld in verschillende wooneenheden, onder meer door de onderwijzer en zelfstandig orgelbouwer Jozef Cappuyns en diens nazaten. Herbestemd in 1926 tot matrassenfabriek Devis.

De onderste twee bouwlagen van het L-vormig volume, opgetrokken in baksteen met verwerking van natuursteen voor de hoekblokken, bevatten gewijzigde rechthoekige vensteropeningen onder bakstenen strek met vernieuwde kruisramen. De noordelijke vleugel heeft de oorspronkelijke bouwhoogte onder zadeldak behouden; de oostelijke vleugel is in de loop van de 19de eeuw of in de eerste helft van de 20ste eeuw hoger opgetrokken in baksteen onder een plat dak (pakhuisstijl).