Teksten van Duitse bunker Sinner Farm

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/216990

Duitse bunker 'Sinner Farm' ()

Duitse bunker in een weide ten noorden van de hoeve op adres Waterstraat 80, ten noorden van de dorpskern van Dadizele, ten zuidoosten van het gehucht Slypskapelle en het dorp Moorslede, ten westen van de weg Roeselare-Menen.

Historisch overzicht

De Derde Slag bij Ieper

Tot de zomer van 1917 bleef deze regio tussen Moorslede en Dadizele relatief gespaard van het oorlogsgeweld. In de zomer van 1917 werden de resterende inwoners van het gebied tussen het front en de weg Roeselare-Menen verplicht geëvacueerd. Door het geallieerde offensief, gekend als de Derde Slag bij Ieper of de Slag bij Passendale (31 juli – 10 november 1917), was de situatie er te gevaarlijk geworden. In de zone tussen Slypskappelle en Dadizele werden er in het najaar van 1917 vele militairen ingekwartierd. Tijdens en na de Derde Slag bij Ieper kreeg deze regio vele beschietingen te verduren. Moorslede takelde volledig af, toen het systematisch werd beschoten door de Britse artillerie, in een poging om de Duitse aanvoerlijnen en artilleriestellingen te verwoesten. Ook vele bunkers overleefden de systematische artilleriebeschietingen niet. In en rond het dorp waren tegen de winter van 1917 nauwelijks bruikbare bunkers overgebleven.

Duitse bunker bij Sinner Farm

De hoeve waarbij de bunker werd opgetrokken, werd op Britse stafkaarten met Sinner Farm aangeduid. De bunker is duidelijk waarneembaar op een luchtfoto van 25 januari 1918. Op de luchtfoto van 17 juli 1917 is een constructie op dezelfde plek te zien, maar het is onduidelijk of dit ook al deze bunker betreft. Mogelijk betreft dit een vooroorlogse constructie, zoals te zien op de topografische kaart van 1911.

De hoeve Sinner Farm lag in het najaar van 1917 tussen de Artillerie-Schutz-Stellung en de Moorslede Riegel. De Artillerie-Schutz-Stellung komende van Stadenberg en verder, liep via Westrozebeke en Pottemgemsgoed tot ten oosten van Moorslede. Ten noordoosten van Waterdam ontdubbelde ze in de Artillerie-Schutz-Stellung en de Moorslede Riegel. De artilleriestelling liep verder langs de zuidwestelijke rand van Dadizele, de Moorslede-Riegel liep langs de zuidwestelijke rand van Ledegem.

In het najaar van 1917, toen de Derde Slag bij Ieper in volle hevigheid woedde, waren beide stellingen op grondgebied Moorslede weinig uitgebouwd, aldus de beschikbare loopgravenkaarten. Eens de Derde Slag bij Ieper eind november 1917 doodbloedde bij Passendale, was de frontsituatie grondig gewijzigd waardoor ook de stellingen dienden herbekeken te worden. De Moorslede Riegel bleef behouden.

In de zone tussen Slypskappelle en Dadizele werden er in het najaar van 1917 vele militairen ingekwartierd: vooral aan de oostelijke zijde van de Waterstraat zijn er verschillende barakkenkampen terug te vinden. Ten oosten van de hoeve liepen verschillende paden. Er werd een smalspoor aangelegd vanaf Ledegem in westelijke richting, dus richting het front. Dit smalspoor takte meermaals af ter hoogte van Sinner Farm, tot aan de bewaarde bunker en een bunker ten zuiden van de hoeve.

In de onmiddellijke omgeving werden nog vele bunkers opgetrokken, waarvan er vandaag nog enkele exemplaren bewaard zijn. In februari 1918 werd er bij de hoeve artillerie opgesteld, wat doet vermoeden dat de bunker opgericht is ten behoeve van artillerie-eenheden. Ook naburige bunkers dienden voor artilleriedoeleinden.

Einheitsunterstände

De Duitse bunker bij Sinner Farm is een zogenaamde Einheitsunterstand, soms ook aangeduid als Gruppenunterstand . Dit betreft een gestandaardiseerd ontwerp dat in het najaar van 1917 in zwang kwam. Dergelijke Einheitsunterstand kon voor diverse doeleinden gebruikt worden: als commandopost of als communicatiepost of als verblijfplaats voor twee groepen infanterie of voor één groep infanterie en twee mitrailleurs met bediening, enzovoort. Het grote voordeel van dergelijk standaardontwerp was de vereenvoudiging van het bouwproces en de verregaande standaardisatie van de benodigdheden. Ook het feit dat de bouw probleemloos kon overgenomen worden door andere eenheden, was een groot voordeel. Einheitsunterstände werden vanaf eind 1917 massaal opgetrokken in de meer achterwaarts gelegen stellingen, zowel in de Ieperboog als aan het IJzerfront en het Marinegebiet.

Een Einheitsunterstand bestond uit een dubbele betonnen schuilplaats, eventueel met aanpalende observatiepost. Het grondplan bestond uit twee L-vormige (gebroken) toegangen aan de achterzijde, die de uiteinden vormden van één gang, waarop op zijn beurt twee ruimtes uitgaven. Gebroken toegangen dienden te voorkomen dat de binnenruimtes rechtstreeks getroffen konden worden door granaatscherven. Elke buitentoegang kon via een smalle, verticale schietgleuf vanuit de respectievelijke verblijfsruimte geobserveerd en desnoods onder vuur genomen worden. In de gang waren er normaal gezien één grote nis of meerdere nissen voorzien.

De plafonds van de twee rechthoekige ruimtes bestonden ofwel uit zogenaamde Wellblechbogen (gebogen gegolfde plaatijzers) ofwel uit dicht bij elkaar geplaatste stalen balken of spoorrails, waartussen soms houten beplanking werd geplaatst. Gewelfde plafonds uit gewapend beton op Wellblechbogen hadden meer voordelen omdat ze een grotere weerstandskracht zouden genereren en gemakkelijker te hanteren waren. Anderzijds waren ruimtes, waarvan het plafond verstevigd was met stalen balken, overal even hoog en dus comfortabeler in vergelijking met ruimtes onder Wellblechbogen.

De twee rechthoekige verblijfruimtes waren normaliter onderling met elkaar verbonden via een lage doorgang. Ze bevatten eventueel enkele nissen, onder meer voor een kachel, met bovenaan in de nis een buis voor rookafvoer die uitmondde aan de achterzijde van de bunker. Doorheen het plafond zaten doorgaans kleine verticale openingen, die fungeerden als verluchtingsgaten en periscoopopeningen. De binnenmuren waren voorzien van uitsparingen voor houten planken waarin haken of nagels staken waaraan bedrading, kledij, of ander materiaal opgehangen kon worden.

Aan de achterzijde van de bunker bevond zich een betonnen trap en richel, waarop manschappen konden staan om een mitrailleur vanaf het dak te bedienen. Bij sommige Einheitsunterstände was er nog een bijkomend observatiegedeelte aan de bunker gebouwd, met een mangat doorheen het dak, dat via klimijzers of een ladder bereikt kon worden. Dit observatiegedeelte kon vanaf de gang of via een afzonderlijke, lage toegang bereikt worden. Een aparte toegang tot het observatiegedeelte zou veiliger zijn voor de manschappen in de bunker.

Het geallieerde Bevrijdingsoffensief

Toen het geallieerde Bevrijdingsoffensief van start ging op 28 september 1918, lag Sinner Farm in de sector van het Britse Second Army. Tegen de avond van de eerste aanvalsdag was de volledige Ypres Salient heroverd: Geluveld door de Britse 29th Division, Beselare door de 9th (Scottish) Division, Zonnebeke, Passendale en Poelkapelle door Belgische eenheden. Tijdens de tweede dag slaagden de geallieerden er in een opmars tot zeven kilometer te bewerkstelligen en de Keiberg en Moorslede te veroveren. De 9de Schotse divisie kon Dadizele binnendringen. Hiermee waren ook de iets meer noordelijk gelegen bunkers bij Sinner Farm tegen de avond van 29 september 1918 ingenomen. De gevechten in deze regio waren hevig.

Tweede Wereldoorlog

In mei 1940 werd de bunker gebruikt als schuilplaats. Hierin zouden veertig tot zestig vluchtelingen geschuild hebben. In de hoeve zelf werd een commandopost met telefoonverbindingen geïnstalleerd. Van hieruit zouden de gevechten rond de spoorlijn Ieper-Roeselare opgevolgd zijn.

Beschrijving

Betonnen militaire constructie in een weide. De constructie ligt iets lager dan het maaiveld. Het dak, ten dele begroeid met gras, helt lichtjes af naar westelijke zijde.

De constructie is opgetrokken aan de hand van beton, dat aan de buitenzijde gegoten is tegen een houten bekisting.

De constructie kent een min of meer rechthoekige plattegrond, op de lichte uitsprongen aan de oostelijke zijde na. Aan deze achterzijde vormt een uitspringend deel van de buitenmuur tussen de twee toegangen een richel met betonnen trap. Vanaf deze richel kon een mitrailleur bediend worden, waarbij het dak als borstwering fungeerde. Boven deze richel zit een kleine vierkante opening (rookafvoer).

De twee toegangen aan oostelijke zijde vormen de L-vormige uiteinden van een gang, die op zijn beurt toegang verleent tot twee rechthoekige binnenruimtes. Het plafond van de gang is verstevigd met stalen balken, waartussen houten beplanking zit. Ter hoogte van de buitentoegangen zit telkens een opening in de muur tussen gang en binnenruimte, die naar het midden toe versmalt. In de oostelijke muur van de gang is, ter hoogte van de richel een nis uitgespaard. In de vloer zit een vierkante uitsparing (waterputje).

Voor de overspanning van de twee binnenruimtes werden gebogen gegolfde plaatijzers, zogenaamde Wellblechbogen, geplaatst. In de muur tussen beide ruimtes zit een lage doorgang voor het plaatsen van een kachel. Het plafond van deze doorgang bestaat uit ijzeren profielen, waartussen bakstenen zitten. In dit plafondje zit een ronde opening voor rookafvoer. In de noordelijke ruimte is in de tussenmuur nog een bijkomende nis uitgespaard.

In de binnenmuren en rond de deuropeningen zitten uitsparingen voor houten planken. Deze houten planken zijn voor een groot deel bewaard. In de westelijke binnenmuur zit eveneens een houten nis voor een lamp.

  • Koninklijk Legermuseum Brussel, Collectie militaire luchtfoto’s Eerste Wereldoorlog (geraadpleegd in het Kenniscentrum In Flanders Fields Museum Ieper), Britse luchtfoto 17/7/1917 (dianummer 8125, FID 7164).
  • Kenniscentrum In Flanders Fields Museum Ieper, Collectie militaire luchtfoto’s Eerste Wereldoorlog, Britse luchtfoto 25/1/1918 (dianummer 21736, FID 194).
  • Memorial Museum Passchendaele 1917 Zonnebeke, Collectie militaire stafkaarten, Abschnitt Moorseele. Nachrichtenmittel im Abschnitt der Div. A., 27/1/1918; Abschnitt Moorseele. Artillerie-Aufstellung der Div. A., 30/1/1918.
  • Militärarchiv Freiburg, PH3/1906: Vorschriften für den Stellungskrieg für alle Waffen. Ergänzungsheft zum Teil 1b vom 15.12.16. Betonbauten. Vom 15 November 1917; PH3/1907: Vorschriften für den Stellungskrieg für alle Waffen. Teil 1b. Einzelheiten über Stellungsbau. Vom 26. August 1918; PH5-II/44: Zu A.O.K. 4. Einheitsunterstand aus Eisenbeton für Gefechtsstände oder [...]; PH14/109: diverse schetsen Gruppe Wijtschate, oktober – november 1917.
  • Captured German Trench and Operations Maps from the National archives [CD-rom uitgegeven door The Naval & Military Press], Stellungskarte Ieperen, Blatt XXII, 6/10/1917; Stellungskarte Ieperen, Blatt XXIV, 7/11/1917.
  • Mapping the Front: Ypres. British mapping 1914-1918: Great War Trench Map DVD Collection [DVD uitgegeven door de Western Front Association, in association with the Imperial War Museum, 2008], Belgium, 28 N.E., Ed. 9A, 5/12/1917; Ed. 10A (Local), 11/9/1918.
  • Topografische kaart van België, Herziening derde editie, Militair Cartografisch Instituut, schaal 1:20.000, 28/4, 1911.
  • BOGAERT J. 1993: Deel I. Tussen Leie en Schelde in 1918, Shrapnel, 4, 4-52.
  • FEYS B. 2014: Bunker in Waterstraat straks open voor publiek, Nieuwsblad, 14/8/2014.
  • HOUTHAEVE R. & LECLUYSE N. 1997: Moorslede 1914-1918. Morsdood... en toch herboren, Moorslede.
  • LYBEER A. 2014: Moorslede en Spoorlijn 64 Roeselare-Ieper. 150 jaar lokale spoorweggeschiedenis: 1864-2014, Nieuwsbrief Heemkundige Kring Moorslede 10.2, 12-17.
  • LYBEER R. 2008: Van Beton... tot Graniet. Stenen getuigen van WO I in Moorslede en Slypskapelle, Moorslede.
  • STICHELBAUT B. & CHIELENS P. 2013: De oorlog vanuit de lucht. 1914-1918. Het Front in België, Brussel.
  • VANCOILLIE J. & BLIECK K. 2016: Bouwen aan het front. Loopgraven, schuilplaatsen en betonbunkers van het Duitse leger aan het Ieperfront 1914-1918, Zonnebeke.
  • WEEMAES M. s.d.: Van de IJzer tot Brussel. Het Bevrijdingsoffensief van het Belgisch leger. 28 september 1918, s.l.

Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier 4.001/36012/105.1, Duitse bunker ‘Sinner Farm’ uit de Eerste Wereldoorlog in Moorslede (DECOODT H., 2016).
Auteurs:  Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2016: Duitse bunker Sinner Farm [online], https://id.erfgoed.net/teksten/193742 (geraadpleegd op ).


Duitse bunker 'Sinner Farm' ()

Nagenoeg volledig bovengrondse betonnen militaire post in een populierenbosje ten noorden van de hoeve Waterstraat 80.

Historiek

Duitse bunker bij een hoeve die op Britse stafkaarten werd aangeduid met ‘Sinner Farm’.

De bunker is duidelijk te zien op een luchtfoto van 25 januari 1918, vermoedelijk ook al op een luchtfoto van 17 juli 1917. Deze hoeve lag vóór de Derde Slag bij Ieper tussen de 'Artillerie-Schutz-Stellung' (naar het westen op) en het tracé van de 'Moorslede-Riegel' (meer naar het oosten op). In de onmiddellijke omgeving waren meerdere kampen aangelegd. In 1918 komt de hoeve min of meer op het tracé van de 'Flandern I Stellung' te liggen.

Op en rond de hoeve werd heel wat infrastructuur opgetrokken, waaronder barakken. In het voorjaar van 1918 werd hier onder meer geschut opgesteld. Net ten noorden van de hoeve passeerde een smalspoor, terwijl een aftakking van een smalspoor tot tegen deze bunker liep. Ten zuiden van de hoeve was tegen de winter van 1917/1918 nog een bunker opgetrokken. Het is niet duidelijk of dit de bunker betreft, die op 29 maart 1932 werd afgebroken, zoals vermeld in Lybeer.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de bunker gebruikt als schuilplaats. De hoeve zelf deed toen dienst als commandopost met telefoonverbindingen. Van hieruit zouden de gevechten rond de spoorlijn Ieper-Roeselare opgevolgd zijn.

Beschrijving

Betonnen militaire constructie. Het beton is gegoten tegen een houten bekisting. Aan oostelijke zijde zitten twee toegangen met ertussen een betonnen trap en richel. Zodoende kon vanaf de richel een mitrailleur op het dak geplaatst worden, waarbij het bovenste deel van deze muur als borstwering kon fungeren.

De toegangen vormen de uiteinden van een gang, die op zijn beurt toegang verschaft tot twee ruimtes (435 x 230 x 180 centimeter). In de muur tussen de gang en een binnenruimte zit telkens een opening ter hoogte van de toegang. De plafonds van deze ruimtes zijn gegoten op gebogen gegolfd plaatijzer, die steunen op de lagere zijmuren. In de noordelijke ruimte is er houten binnenbekleding bewaard. Verder zou er ook een opening voor kacheluitlaat bewaard zijn.

  • Koninklijk Legermuseum Brussel, Collectie militaire luchtfoto’s Eerste Wereldoorlog (geraadpleegd in het Kenniscentrum In Flanders Fields Museum Ieper), Britse luchtfoto 17/7/1917 (dianummer 8125, FID 7164).
  • Kenniscentrum In Flanders Fields Museum Ieper, Collectie militaire luchtfoto’s Eerste Wereldoorlog, Britse luchtfoto 25/1/1918 (dianummer 21736, FID 194).
  • Memorial Museum Passchendaele 1917 Zonnebeke, Collectie militaire stafkaarten, Abschnitt Moorseele. Artillerie-Aufstellung der Div. A., 30/1/1918.
  • Captured German Trench and Operations Maps from the National archives [CD-rom uitgegeven door The Naval & Military Press], Stellungskarte Ieperen, Blatt XXII, 6/10/1917; Stellungskarte Ieperen, Blatt XXIV, 7/11/1917.
  • Mapping the Front: Ypres. British mapping 1914-1918: Great War Trench Map DVD Collection [DVD uitgegeven door de Western Front Association, in association with the Imperial War Museum, 2008], Belgium, 28 N.E., Ed. 9A, 5/12/1917; Ed. 10A (Local), 11/9/1918.
  • LYBEER R. 2008: Van Beton... tot Graniet. Stenen getuigen van WO I in Moorslede en Slypskapelle, Moorslede.
  • FEYS B. 2014: Bunker in Waterstraat straks open voor publiek, Nieuwsblad, 14/8/2014.

Auteurs:  Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2014: Duitse bunker Sinner Farm [online], https://id.erfgoed.net/teksten/163795 (geraadpleegd op ).