is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Duitse bunker
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Duitse bunker
Deze vaststelling was geldig van tot
Halfondergrondse betonnen militaire constructie, deels in tuin van Stationsstraat 47, deels vrij zichtbaar vanaf het openbaar domein. De constructie ligt tegen de berm van het tracé van de voormalige spoorlijn Roeselare-Menen, ten zuiden van het voormalige station, ter hoogte van het huidige voetbalplein.
Duitse mitrailleurpost, opgetrokken tegen de berm van de voormalige spoorlijn Roeselare-Menen. Ledegem maakte tijdens de Eerste Wereldoorlog deel uit van het 'Operationsgebiet'. Door de aanwezigheid van het station langs de spoorlijn Roeselare-Menen en de aanleg van bijkomende sporen (waaronder smalsporen) groeide Ledegem uit tot een belangrijk logistiek centrum voor de Duitsers. Via het spoor werden manschappen, munitie, materiaal en bevoorrading van en naar het front aan- en afgevoerd.
De 'Ortskommandant' regelde in Ledegem het dagelijks leven en legde de bevolking allerlei opeisingen en verplichtingen op. Veel inwoners werden gedwongen de gemeente te verlaten, terwijl huizen, scholen, de kerk en het station werden opgeëist voor de inkwartiering van militairen en als medische posten. In oktober 1914 bijvoorbeeld werd het 'Reserve-Feldlazarett 94' ingericht in de kerk, het rusthuis en de jongensschool van Ledegem, een maand later werd in Ledegem ook nog 'Feldlazarett 8' (X. Armeekorps) als 'Leichtverwundetensammelstelle' opgericht. Er werd een Duitse begraafplaats aangelegd, die pas aan het begin van de jaren ’50 werd opgedoekt.
Burgers uit onder meer Kortrijk en Dadizele werden in Ledegem tewerkgesteld bij de aanleg van loopgraven en verdedigingswerken en bij het laden en lossen van materiaal en munitie bij het station. Bij het station werd een pionierspark en iets meer noordwaarts een 'Neben Pioniers Park' ingericht met veel barakken en loodsen, terwijl langs het spoor, net ten zuiden van het dorpscentrum een munitiepark met laad- en loskade verscheen. Langs de Sint-Elooiswinkelstraat, net ten westen van het kruispunt met de Rollegemstraat, was het 'Russenlager Ledeghem' ingericht voor Russische krijgsgevangenen, die dwangarbeid dienden uit te voeren. Meer naar het westen op, ter hoogte van het kruispunt van de Papestraat met de Provinciebaan, was een kamp voor burgerlijke gevangenen ingericht. Er was een oefenterrein ingericht ten noorden van de Wevelgemstraat. In de gemeente waren verder nog hoofdkwartieren ingericht.
Tot aan de Derde Slag bij Ieper (31/7 – 10/11/1917) was men van plan om een 'Flandern III Stellung' uit te bouwen, die ten oosten van Ledegem zou passeren. Ten westen van de gemeente liep het tracé van de 'Moorslede-Riegel'. Van de uitbouw van deze stellingen zou evenwel niet veel in huis komen. In de winter van 1917-1918 dienden de plannen veranderd te worden, ten gevolge van de gewijzigde frontsituatie na de Derde Slag bij Ieper. Nu kwam Ledegem net achter de nieuwe 'Flandern I Stellung' te liggen. Ten oosten van de gemeente liep de 'Artillerie-Schutz-Stellung'. Net ten noorden van het kruispunt van de Rollegemstraat met de Sint-Elooiswinkelstraat takte een 'Riegel' (dwarsstelling) af van de 'Flandern I Stellung'.
Tijdens het Bevrijdingsoffensief vormt de verovering van deze 'Flandern I Stellung' een zware klus. Op 29 september wordt deze stelling bereikt . Op dinsdag 1 oktober wordt Ledegem kort ingenomen door de Britse 9de divisie, maar door een Duitse tegenaanval worden de Britten teruggedrongen. De 11de Royal Scots slagen erin het station definitief te bezetten, maar het centrum van Ledegem blijft in Duitse handen. Pas op 14 oktober komt het offensief terug op gang en kan de Britse 29ste divisie Ledegem bevrijden.
Vermoedelijk betreft het hier een standaard mitrailleurpost met mangat voor observatie. Ter hoogte van deze mitrailleurpost kruiste een smalspoor de spoorlijn Roeselare-Menen. In de onmiddellijke omgeving waren heel wat barakken opgetrokken.
Halfondergrondse betonnen militaire post met rechthoekig grondplan, vermoedelijk met een uitsprong in de noordoostelijke hoek. Aan westelijke zijde steekt de constructie slechts 150 centimeter boven de (voormalige) spoorwegbedding uit.
Het beton is – voor zover zichtbaar – overal gegoten tegen een houten bekisting. Aan oostelijke zijde zitten twee toegangen, waarvan de ijzeren balken bovenaan zijn uitgebroken. Door een uitsparing in de oostelijke buitenmuur wordt een richel gevormd, zodat het dak als borstwering kon fungeren als er een mitrailleur op geplaatst werd. Centraal bovenaan deze richel zit een opening die schuin naar beneden loopt. Vermoedelijk is de betonnen trap naar de richel verdwenen. In de gang ter hoogte van de linker toegang zit een opening in de binnenmuur. De constructie kon niet betreden worden.
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Stationsstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Duitse bunker [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/217001 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.