Achterin gelegen voormalig hoevetje met losse bestanddelen op een met gras begroeid erf, toegankelijk via een lange oprit tussen nummer 15 en 19, aan de zuidelijke straatzijde. De hoeve is ingetekend op de Ferrariskaart, maar met een andere inplanting. In de Atlas der Buurtwegen van 1845 vertoont de hoeve de huidige bestanddelen.

Ten westen op het erf ingeplant breed woonhuis van zeven traveeën en één bouwlaag afgedekt met een overstekend zadeldak (rode pannen, nok haaks op de straat), volgens de jaartallen 1781 en 1763 op moerbalken in de woonkamer en in laatste travee, daterend uit de 18de eeuw. De gewitte, naar het oosten gerichte voorgevel op gepikte plint heeft rechthoekige vensters met vernieuwd schrijnwerk en betonnen lateien, afgesloten door groen-witte luiken. De kop van een moerbalk rechts naast de deur is nog in de gevel zichtbaar. De zij- en achtergevels zijn grotendeels vernieuwd.

Binnenshuis zijn van de typische houten zoldering zes moerbalken bewaard, met sculpturaal bewerkte uiteinden, één op een stenen console aan de achtergevel, en twee met een jaartal.

De voormalige stal, met koe- en varkensstallen, is gelegen ten zuiden op het erf, haaks op het woonhuis. Het witgeschilderde bakstenen gebouw onder zadeldak (pannen), is bij de herbestemming tot bureau in 1997 eveneens grotendeels vernieuwd.