erfgoedobject

Duitse geschutsbedding Houthulstbos

bouwkundig element
ID
217048
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/217048

Juridische gevolgen

Beschrijving

Duitse geschutsbedding bij een akker ten zuiden van het (huidige) bos van Houthulst, ten noorden van de voormalige spoorlijn Ieper-Torhout. De geschutsbedding ligt meer bepaald ten oosten van de Houthulstseweg, ten zuiden van de Conterdreef en ten noorden van de Stadensteenweg.

Historisch overzicht

Duitse betonnen geschutsbedding voor zwaar geschut, uit de Eerste Wereldoorlog. De geschutsbedding is vóór de Derde Slag bij Ieper aangelegd in Houthulstbos.

Het Houthulstbos tijdens de Eerste Wereldoorlog

Het huidige Houthulstbos is een overblijfsel van het historische Vrijbos, dat in de vroege middeleeuwen nog ongeveer 4000 hectare groot was. In de volgende eeuwen, onder opeenvolgende heersers en eigenaars en na diverse ontginningen, werd het bos beetje bij beetje kleiner. Aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog bedroeg de oppervlakte van het Vrijbos nog ongeveer 1000 hectare. Het bos viel op 20 oktober 1914, tijdens de Eerste Slag bij Ieper (18 oktober – 22 november 1914) in Duitse handen. Het bos bleek een strategisch interessante locatie te zijn door zijn hoogteligging, op een uitloper van de rug van Westrozebeke. Bovendien vormden de bomen een uitstekende camouflage voor de Duitse activiteiten. Duitse eenheden bouwden het Houthulstbos uit tot een goed gecamoufleerde opslagplaats. Heel wat troepen werden ingekwartierd in diverse barakkenkampen, verspreid over het bos. Er werden oefenterreinen met schietstanden aangelegd. Noodzakelijkerwijze verschenen er in en rond het bos, zeker ten gevolge van de Eerste Slag bij Ieper en de Tweede Slag bij Ieper (22 april – 27 mei 1915) vele begraafplaatsen. Het bos werd meer en meer versterkt. In het bos werden goed gecamoufleerde artillerieopstellingen geplaatst (zie verder), evenals munitieopslagplaatsen. Er werd een netwerk van smalspoorlijnen aangelegd met bijhorende laadstations. Deze waren nodig voor de aanvoer van munitie voor de artillerie, maar ook van materialen om bunkers te bouwen. In dit bos werden namelijk vele bunkers opgetrokken, vaak bedoeld als artilleriecommandoposten of als schuilplaatsen voor de manschappen van de artillerie, maar ook voor de verdediging van het bos.

Ten westen van het bos liep de II. Stellung, ten oosten de Flandern I Stellung. Tussen beide stellingen, die min of meer noord-zuid georiënteerd liepen, werden Riegel of grendelstellingen aangelegd. Behalve bunkers dienden ook prikkeldraadversperringen een vijandelijke inname van het bos te voorkomen. Op de hoeken van het bos werden heuse versterkte punten uitgebouwd om het bos te verdedigen tegen mogelijke aanvallers. Ten behoeve van de artillerie werden er observatieposten in de bomen ingericht, evenals een hangar voor observatieballonnen.

Door aanhoudende artilleriebeschietingen vóór en tijdens de Derde Slag bij Ieper en door de overvloedige regenval veranderde de bodem van het Houthulstbos in een erg modderig terrein. Tijdens de voorbereidende artilleriebeschietingen waren de Duitse bunkers en draadversperringen helemaal niet vernietigd. Behalve vijandelijke artilleriebeschietingen en gasaanvallen hadden de aanvallers ook af te rekenen met dodelijk efficiënte mitrailleurs die vanaf de talrijke Duitse bunkers gehanteerd werden.

Van stellingen is tegen eind 1917 helemaal geen sprake meer, slechts enkele betonnen bunkers en de half met water gevulde granaattrechters konden de verdedigers van het bos enige beschutting bieden.

Op de eerste dag van het geallieerde Bevrijdingsoffensief, op 28 september 1918, werd er in deze omgeving opnieuw zwaar gevochten ten koste van heel wat bloedvergieten. Het Belgische leger slaagde er nu wel in het Houthulstbos, of wat er toch van overbleef, te veroveren.

Artillerie in het Houthulstbos

Het Houthulstbos bleek een goede locatie te zijn om geschut op te stellen. Vanaf het Houthulstbos kon bovendien de hele Ieperboog onder vuur genomen worden. In het bos stonden er in 1917 vele kanonnen opgesteld. Werner Beumelburg gewaagt van bijna 500 stuks in aantal die vooral ’s nachts actief waren. Deze batterijen, van vérdragende artillerie over veldartillerie tot loopgraafmortieren, stonden opgesteld aan de vele kruispunten van dreven. Ze waren niet alleen bedoeld om de vijandelijke linies te bestoken en het bos tegen een vijandelijke aanval te verdedigen, maar naar verluidt ook als oefenmateriaal voor de artilleristen. De aanwezige kanonnen en hun activiteiten leidden er toe dat het bos veelvuldig onder vuur genomen werd door de vijandige artillerie en vliegtuigen. Zo zou de Belgische luchtmacht reeds in de zomer van 1915 het Houthulstbos twee keer bombarderen, de tweede keer samen met Franse en Britse luchtmachteenheden. Vooral tijdens de Derde Slag bij Ieper werd het bos voortdurend onder vuur genomen. Deze beschietingen en bombardementen toverden het Houthulstbos om tot een waar kraterlandschap vol granaattrechters, waar nauwelijks nog boomstronken recht stonden. Het bos bood bijgevolg geen afdoende bescherming meer tegen vijandelijke observatie. Geleidelijk aan, zeker na de mislukking van het Duitse Lente-Offensief in 1918, werd de artillerie uit het bos teruggetrokken.

Het dubbele kanon in de geschutsbedding

De betonnen geschutsbedding was geconstrueerd in een zuidelijk deel van het bos, in een stuk bos dat na de oorlog niet meer werd heraangelegd, ten noorden van de voormalige spoorlijn Ieper-Torhout, ten oosten van de weg Poelkapelle-Houthulst, ten zuiden van de Conterdreef, Rogge Strasse geheten op Duitse stafkaarten. De betonnen geschutsbedding was opgetrokken voor een zwaar stuk geschut. Het zou gaan om een kanon van het type Theodor-Karl met pantserkoepel Drh. L. C/96/97, een type pantserkoepel voor twee 24cm SK L/40 kanonnen, afkomstig van het oorlogsschip SMS Fürst Bismarck.

Pas vanaf eind 1916, nadat het Duitse leger zelf ervaren had hoe efficiënt het Franse leger spoorweggeschut inzette tijdens de Slag aan de Somme (1 juli – 18 november 1916), zette het Duitse leger zwaar geschut in, gemonteerd op treinstellen. Aanvankelijk werden kanonnen afkomstig van oorlogsschepen, enkel door de Duitse marine ingezet. De SMS Fürst Bismarck was het eerste gepantserde oorlogsschip van de Kaiserliche Marine dat vanaf 1900 in gebruik genomen was. Het schip werd aan het begin van de Eerste Wereldoorlog gebruikt voor de verdediging van kusten, maar bleek niet meer geschikt voor deze taak. De vier kanonnen van het type 24cm SK L/40, die per twee gevat zaten in één pantserkoepel, werden gedemonteerd en aangepast voor hergebruik door het landleger. Ook bij andere oorlogsschepen die niet meer voldeden, werden de kanonnen weggenomen voor hergebruik. In het totaal werden er 26 kanonnen van het type 24cm SK L/40 hergebruikt aan het front, waarvan 18 aan het westelijke front.

Het kanon werd bediend door de Fuβartillerie-Batterie 1025, een batterij die in januari 1917 door Fuβartillerie-Regiment 7 opgericht was. De munitie voor het kanon werd per spoor aangevoerd. Tijdens de zomer van 1917 beschoot batterij 1025 met de Turm Theodor Karl zes Britse observatieballonnen op een afstand van 15 kilometer. Deze observatieballonnen werden binnen een week vernietigd. Vanaf juli 1917 werd de batterij onder vuur genomen door Frans spoorweggeschut, waarop de twee kanonnen eind 1917 verwijderd werden uit hun pantserkoepel.

Volgens Duitse militaire stafkaarten eindigde een spoor bij de geschutsbedding. Iets meer oostwaarts ontdubbelde dit spoor. Er waren diverse betonnen constructies bij de geschutsbedding opgericht, die dienden voor de opslag van munitie en als onderkomen voor de manschappen. Deze bunkers en de lege kanonbedding zijn onder meer te zien op luchtfoto’s van na de Derde Slag bij Ieper, toen het bos grotendeels kapotgeschoten was.

Beschrijving

Betonnen geschutsbedding met ovaalvormig grondplan. Het beton is voor zover zichtbaar, gewapend met ronde ijzers die samengevlochten zijn in rechthoekig verband. Aan de buitenzijde heeft de constructie een diameter van 11,3 meter, aan de binnenzijde 6,9 meter. De muurdikte van de omwalling bedraagt 2,2 meter. De betonnen omwalling wordt hoger naar westelijke zijde toe. In de betonnen kuip zijn zes uitsparingen in de vorm van een rechthoekige nis bewaard. Bovenop de rand van de kuip zitten enkele openingen. Het is eigen aan geschutsbeddingen dat er in de ondergrond in en rond de bedding constructieve elementen of militaire infrastructuur zitten die rechtstreeks verband houden met de betonnen bedding, zoals betonnen funderingsplaten.

  • Koninklijk Legermuseum Brussel, Collectie militaire luchtfoto’s Eerste Wereldoorlog (geraadpleegd in het Kenniscentrum In Flanders Fields Museum Ieper), Belgische luchtfoto 2/4/1918 (dianummer 5731, fid 5557).
  • Kriegsarchiv München, Collectie militaire stafkaarten Eerste Wereldoorlog, Poelkapelle, 7/9/1917.
  • Mapping the front. German maps. Military mapping 1914-1918: Great War Trench Map DVD Collection (The Western Front Association in association with the Imperial War Museum), 2010: Stellungskarte Diksmuide-Süd, Blatt IX, 20/7/1917.
  • BACCARNE R. & STEEN J. 2002: Van het Vrijbos tot Roeselare. Eindoffensief, Langemark-Poelkapelle.
  • BEUMELBURG W. 1928: Flandern 1917, Oldenburg/Berlin.
  • FRANCOIS G. 2006: Eisenbahnartillerie. Histoire de l’artillerie lourde sur voie ferrée allemande des origines à 1945, Paris.
  • KRIEGER E. 1910: Johows Hilfsbuch für den Schiffbau. Band 2. Berlin.
  • LAMBRECHT E. 2014: Het onbarmhartige bos. De gevechten bij het Bos van Houthulst in 1917 (3de Slag bij Ieper), Wevelgem.
  • VERBEKE R. 2006: Het Bevrijdingsoffensief in 1918, in: CHIELENS P., DECOODT H. & DENDOOVEN D.: De laatste getuige. Het oorlogslandschap van de Westhoek, Tielt, 63-66.
  • WEEMAES M. s.d.: Van de IJzer tot Brussel. Het Bevrijdingsoffensief van het Belgisch leger. 28 september 1918, s.l.
  • Informatie meegedeeld door Jo Lottegier, 13 mei 2014.

Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier 4.001/33040/107.1, Duitse geschutsbedding Houthulstbos uit de Eerste Wereldoorlog in Langemark-Poelkapelle (Poelkapelle) (DECOODT H., 2016).
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Duitse geschutsbedding Houthulstbos [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/217048 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.