Betonnen bunker aan straatzijde gelegen, naast (ten noordwesten van) Sint-Hubrechtsstraat 51.
Historiek
Duitse bunker uit de Tweede Wereldoorlog, in 1943 opgetrokken door de 'Organisation Todt' als communicatiecentrale. In de Sint-Hubrechtsstraat liep een internationale kabelverbinding London – De Panne – Diksmuide – Roeselare – Gent – Brussel – Aken – Berlijn. Op die verbinding sloten de Duitsers een heel netwerk telefoonlijnen aan. Om deze centrales te beschermen, werd er een bunker voor opgetrokken. In Roeselare werd de eerste betonnen telefooncentrale opgetrokken. Volgens het verzet was de bunker eind juni 1943 afgewerkt.
De bunker is een zogenaamde 'Sonderkonstruktion': de bunker is niet opgetrokken volgens een standaardontwerp of zogenaamde 'Regelbau', wat bij vele bunkers van de Atlantikwall wel het geval is. De bunker heeft muren van één meter dikte, wat betekent dat hij tot de 'Vf-klasse' wordt gerekend, wat 'verstärkt feldmäßig' betekent. Dit betekent dat bezetters van een dergelijke bunker bij een directe voltreffer niet zeker waren of de bunker stand zou houden.
Beschrijving
Betonnen militaire constructie met min of meer vierkante plattegrond, op de twee uitstekende ronde gevechtsstellingen aan de noordoostelijke en zuidwestelijke hoek ter hoogte van de twee toegangen na. De buitenmuren en het dak zijn één meter dik.
De gevechtsstellingen zijn elk afgesloten door een nog aanwezige stalen deur en zijn voorzien van schietgaten die binnenin met een pantserluik kunnen gesloten worden. Vanuit deze gevechtsstellingen konden de twee toegangen van de bunker verdedigd worden. De gevechtsstelling aan straatzijde (zuidwestelijke zijde) is gebouwd op een hoek, waardoor de wapens een bereik hadden van 270° en bevat drie schietgaten. De gevechtsstelling aan de achterzijde (noordoostelijke zijde) is halfrond en bevat twee schietgaten met een bereik van 180°.
De bunker is binnenin verdeeld in meerdere ruimtes, door middel van bakstenen muren, met een dikte van 10, 46 en 97 centimeter. Houten verticale latten tegen de binnenmuren wijzen op een houten bekleding, die nog deels aanwezig is tegen een raamwerk aan het plafond. De houten latten op de grond wijzen op een vloerbekleding, die waarschijnlijk uit planken bestond.
Slechts één ruimte is omgeven door muren van 97 centimeter. De schacht in de buitenmuur van deze ruimte diende wellicht voor het binnenbrengen van kabels. Deze ruimte fungeerde vermoedelijk als telefooncentrale. Een andere ruimte fungeerde wellicht als technische ruimte met luchtfiltering en een (nu roestige) noodgenerator. Hier staat nog een roestig stuk materiaal, vermoedelijk afkomstig van een filterinstallatie. De andere ruimtes fungeerden wellicht als manschappenverblijf, een ruimte voor de onderofficieren, een ruimte voor de officier, een toilet en een wasplaats met nog een aanwezige watertank tegen het plafond.
- PHILIPPART F. 2014: Atlantikwall. Bunkers van de Tweede Wereldoorlog in België, Antwerpen.
- Archief Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen, D2182.1, Ledegem, Roeselare, 16 monumenten en 1 stadsgezicht (C. Metdepenninghen & A. De Gunsch, 2002, digitaal dossier).