Betonnen militaire constructie, opgetrokken tegen de noordelijke zijgevel van dwarsschuur van hoeve 'Regentshof', op één kilometer ten westen van Leffinge, net ten noorden van het kanaal Plassendale-Nieuwpoort. In de weide net ten oosten van de hoeve zijn er bakstenen restanten van een geschutstelling.

Historiek

Duitse mitrailleur- en observatiepost, in de zomer van 1917 opgetrokken als onderdeel van de 'Flandern I Stellung'.

Vanaf eind 1916 begon men met de uitbouw van de 'Flandern I – Stellung', achter (ten oosten van) de Duitse '2. Stellung' (die liep van Middelkerke, via Slijpe en Sint-Pieterskapelle tot Keiem). Deze 'Flandern I – Stellung' begon in Raversijde en liep via Leffinge en Zevekote naar Zande. Daar liep de 'Flandern I – Stellung' verder op het gebied van het Duitse Vierde Leger zuidwaarts richting Ieperboog. Het deel van de 'Flandern I – Stellung' in het 'Marinegebiet' bestond uit 18 weerstandsnesten met stevige betonnen mitrailleursposten, loopgraven en verschillende rijen prikkeldraadversperringen. Op sommige plaatsen werden boerderijen versterkt en in de stelling geïntegreerd, zoals hier het geval. Het betreft hier weerstandsnest 8.

Net ten westen van de hoeve was een loopgraaf ingericht, met centraal een bunker. Bij de boerderij werden nog bunkers opgetrokken, waaronder onderhavige mitrailleurs- en observatiepost. Volgens luchtfoto’s was de bewaarde bunker groter dan de huidige bewaarde constructie, wellicht was er aan noordoostelijke zijde nog een aanbouw, die nu verdwenen is. Aan de overzijde (ten zuiden) van het kanaal Plassendale-Nieuwpoort was een opstijgplaats voor kabelballons ingericht, evenals een telefooncentrale, aldus een Britse kaart van 1 september 1917. Een halve kilometer meer oostwaarts, tussen het weerstandsnet en het dorpscentrum van Leffinge was een bataljonscommandopost ingericht.

Beschrijving

Nagenoeg volledig bovengrondse betonnen militaire constructie met min of meer rechthoekig grondplan, nu deels overgroeid. Het beton is gegoten tegen een houten bekisting (waarvan binnen nog wat sporen) en onder meer versterkt met ijzeren platen, die zichtbaar zijn aan westelijke zijde (waar gepoogd is de constructie af te breken). Het dak helt lichtjes af.

De richel aan oostelijke zijde, bereikbaar via betonnen trappen bevat een uitsparing in de dakrand voor het plaatsen van een mitrailleur. De richel loopt tot aan de observatiepost in de noordoostelijke hoek, op de begane grond te betreden via een apart toegang met mangat en klimijzers.

De gang aan oostelijke zijde kan bereikt worden via een geknikte toegang naast de betonnen trap of een tweede toegang naast het mangat. Binnenin zitten twee lange ruimtes, met drie openingen in de tussenmuur. In de noordelijke en westelijke muur zit telkens een schietopening.

Het grondplan van deze bunker, in de jaren 1930 opgetekend door de 'Service Technique du Génie', suggereert nog een (nu verdwenen) korte, schuine muur ter hoogte van de toegang aan noordoostelijke zijde.