is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Brouwerij Dendria
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Brouwerij Dendria
Deze vaststelling was geldig van tot
Het ensemble van industriële gebouwen annex brouwerswoning van de voormalige brouwerij Dendria vormt een bijzondere getuige van het industrieel erfgoed in Geraardsbergen als zeldzaam overblijfsel van de vroegere brouwerijactiviteiten in de regio. Exemplarisch voor de vroegere stoombierbrouwerij is ook de nog bewaarde fabrieksschoorsteen, verwijzend naar het gebruik van een stoommachine en stookketel.
De brouwerij Dendria is opgericht in 1939 door de familie Vanderhaegen De grondlegger van het bedrijf, Clement Vanderhaegen, was uit Brouwerij Concordia in het centrum van Geraardsbergen gestapt om een eigen brouwerij op te richten. Zijn zoon André nam de leiding van het bedrijf en bouwde het verder uit. Als locatie werd gekozen voor een langwerpig diep terrein, buiten de dorpskern van Onkerzele en nabij de gemeentegrens met Geraardsbergen, ten zuiden van de Dender. In de zitting van het Schepencollege van 13 november 1939 werd aan André Vanderhaegen vergunning verleend om aldaar een bierbrouwerij op te richten. Voor het ontwerp en de bouw werd beroep gedaan op architect A. Steenhoudt uit het nabijgelegen Idegem. In 1948 werd het complex uitgebreid met een nieuw gebouw ten noorden van het bestaande. In zitting van 19 september 1951 van het Schepencollege werd aan de brouwerij Dendria vergunning verleend voor het oprichten van een limonadefabriek.
Volgende technische installatie werd vergund in 1940: 1 grondstofkuip, twee kookketels, 1 verkoeler, 1 vergaarbak, 12 gistingskuipen, 48 bewaringstanks van 75 hectoliter, materieel voor bieraftrekkerij in vaten en in flessen, 1 ijsmachine van 80.000 frigorieën, 1 dynamo van 110 kVA, 30 elektromotoren, 1 benzinehouder, een stoommachine en stoomketel.
In de brouwerij werden volgende bieren gebrouwen: de ondergistingsbieren Helles Dendria (later veranderd in Dendry Pils), Onkers-Ale, Super D; de bovengistingsbieren Dendry Scotch en Export Slavia, en tafelbier Bière Ménage of Huisbier, Double Ménage. Bij de frisdranken horen de limonades Dendry met verschillende fruitsmaken, het mineraal water Monopolie, frisdrank op basis van munt Dendry Menthe, en ook Dendry Grenadine en Black Dendry (een cola).
De brouwerij was actief van 1940 tot 1963. In 1963 werd brouwerij Dendria overgenomen door Brouwerij De Gheest uit Aalst, die het pand op haar beurt overliet aan de Londense brouwer Whitbread. De productie van frisdranken is toen vermoedelijk stopgezet. Het bier werd nog ter plaatse gebrouwen maar gebotteld in Engeland en Mechelen. De brouwerij werd definitief stopgezet in 1980. Pierre Celis van de Brouwerij De Kluis uit Hoegaarden kocht de koperen brouwketels en bracht ze over naar de Verenigde Staten, waar hij in 1991 een nieuwe brouwerij startte in Austin (Texas).
De gebouwen staan nu grotendeels leeg in afwachting van een herbestemming. De infrastructuur is met uitzondering van de stoomketel, volledig verdwenen.
De eerste brouwerijgebouwen werden opgetrokken in 1939 naar ontwerp van architect A. Steenhoudt uit Idegem. Hij ontwierp een complex van bakstenen gebouwen in een functionele moderne stijl, kenmerkend voor de late jaren 1930, met detailleringen in romantisch kubisme. Het geheel bezit nog grotendeels zijn oorspronkelijke aanzien, later aangevuld met een nieuw complex. Oorspronkelijk bestond het complex uit het brouwerijgebouw aan de straatzijde, en een haaks volume erachter, met ertussenin de fabrieksschoorsteen, en rechts van de brouwerijgebouwen een gebouw met burelen en portierswoning en aanpalend brouwerswoning. Op het achtergelegen noordelijk gedeelte van de site werd in 1948 een nieuw bedrijfsgebouw opgericht.
Het meest imposante gebouw van het complex is het aan de straat gelegen bedrijfsgebouw met de brouwzaal en het machinehuis. Het gebouw onder platte daken biedt een asymmetrisch beeld door het verspringen van volumes en bouwhoogtes. Het onderkelderde gebouw omvatte de brouwzaal in het rechter deel, met links daarvan de toegangsdeur met een torenachtig volume en een lager volume van drie traveeën met de machinezaal. In aanbouwen aan de achterzijde werd het ketelhuis ondergebracht, het trappenhuis, een magazijn en een labo van één bouwlaag hoog. Het gebouw bestaat uit een betonnen structuur met een bakstenen parement, een rode bakstenen gevel met accenten in iets donkere baksteen, namelijk voor de plint, de penanten van de begane grond, de stroken metselwerk aan de vensterregisters, en de omlijstingen van de muuropeningen. De vijf hoge rechthoekige vensters van de brouwzaal worden van elkaar gescheiden door overhoekse bakstenen muurdammen met betonnen dekplaat. De brede rechthoekige bovenvensters met ijzeren ramen met horizontale verdeling waren ingevuld met structuurglas. De rechthoekig uitspringende en iets hoger oplopende travee links ervan bevat op de begane grond de uitgewerkte toegangsdeur en op de bovenbouw een geknikt ladderraam met horizontale betonnen verdelingen. De toegangsdeur, voorafgegaan door een trap van vijf treden, is voorzien van afgeronde dagkanten in decoratief metselwerk van streks geplaatste bakstenen en een rechte betonnen luifel. De eenlaagse aanbouw van de vroegere machinezaal links wordt evenals de brouwzaal verticaal geleed door de hoekig uitgebouwde gemetselde muurdammen met betonnen dekplaten tussen de drie hoge vensters. De stoommachine van 121pk van de Gentse constructeur Van den Kerchove van 1906, is verwijderd. Aan de achter- of noordzijde is het gebouw blind gehouden. Het ketelhuis is tegen de noordgevel (achterzijde) van het machinehuis gebouwd, de stoomketel van het merk Jacques Piedboeuf van Jupille staat nog in het grotendeels ontmantelde gebouwtje. De Piedboeuf-stoomketel van 1906 had blijkens het metalen plaatje op het front van de ketel een druk van 12 atmosfeer.
Bij de stoommachine en de ketel hoorde ook de bakstenen fabrieksschoorsteen, eveneens daterend van 1939. De hoge ronde schoorsteen op ronde basis, geleed door stalen trekbanden, wordt beëindigd in een decoratie bakstenen kroonlijst met tandlijst.
Het tweede gebouw ten noorden en haaks op de voorbouw, van drie en twee bouwlagen boven een kelderverdieping, bevatte een installatie voor het leveren van ijs nodig voor het productieproces, en de installaties voor het overtappen in vaten en flessen, opslagplaatsen voor biervaten en flessen. Aan de lagere constructie aan de oostzijde werd het bier geladen en gelost op de vrachtwagens. Het gebouw wordt gekenmerkt door het hoger opgetrokken volume met trappenhuis voorzien van een typerend ladderraam, en een hoog gebouw met twee rijen hoge vensters met ijzeren klapramen ter ventilatie van de ruimte met de fermentatiekuipen en een kenmerkend verhoogd verluchtingsdak over de nok.
Ten oosten op het terrein, aan de straatzijde, bevinden zich het kantoorgebouw met een portierswoning in een bij de brouwerij aansluitende modernistisch getinte stijl. Het onderkelderde gebouw van twee bouwlagen hoog onder plat dak is opgetrokken in rood bakstenen metselwerk met een onderbouw en deuromlijsting van donkere baksteen. De gevels worden geritmeerd door rechthoekige openingen. De naar de brouwerij gerichte voorgevel wordt gemarkeerd door de geprononceerde toegangspartij met tot betonnen luifel doorgetrokken tussendorpels, gelijkaardig aan de deur in het brouwerijgebouw aan de straat.
Ten noorden van het oudste brouwerijcomplex werd in 1948 een fabriek in aansluitende bouwtrant opgetrokken.
De brouwerswoning is aangebouwd tegen de oostzijde van de portierswoning en gelegen achterin een voortuintje, tot voor kort afgesloten met bakstenen muurtje aan de straatkant. De halfvrijstaande villa van twee bouwlagen en een deels dieper gelegen derde bouwlaag onder platte daken heeft zijn voorgevel opzij naar het oosten gericht. De woning is gebouwd in een kubistische functionele stijl aansluitend bij het brouwerijcomplex. De gevels zijn opgetrokken met gele baksteen, gemetseld in halfsteens verband. Voor de achteruitwijkende derde bouwlaag aan de straatkant is een dakterras aangelegd met gemetselde borstwering en ijzeren leuning. De voorgevel onder een ver uitkragende houten kroonlijst heeft een centrale gemarkeerde toegangspartij met een rechthoekige deur en erboven twee verticale stroken glazen bouwstenen gescheiden door decoratief metselwerk. Rechts ervan drie rondvensters met ijzeren vensterkorf, in de stijl van patrijspoorten. De gevels zijn voorts geopend met brede rechthoekige vensters met vierledige, recent vernieuwde ramen, die gevat zijn in een kalkstenen omlijsting met waterspuwer in de onderdorpel. De brede rechthoekige deur is gevat in een brede afgeschuinde kalkstenen omlijsting en bevat een beglaasde metalen deur. Aan de straatkant is in de linker travee een houten garagepoort aangebracht. Het interieur wordt thans volledig vernieuwd.
Auteurs: Lanclus, Kathleen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Onkerzele
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Brouwerij Dendria [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/217094 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.