is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Maalderij
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Windmolen De Bergmolen: maalderij
Deze bescherming is geldig sinds
is deel van de aanduiding als beschermd cultuurhistorisch landschap Windmolen De Bergmolen: omgeving
Deze bescherming is geldig sinds
Deze maalderij werd in 1926 als aanvullende productie-eenheid bijgebouwd bij De Bergmolen. De maalderij wordt door een dieselmotor aangedreven.
Stenen windmolen De Bergmolen werd gebouwd omstreeks 1840. Rond 1850 liet eigenaar Petrus Jozef Meeussen een nieuw woongedeelte bijbouwen met zicht op de molen: het molenhuis, dat na aankoop door de gemeente Zandhoven werd omgebouwd tot taverne.
De weduwe van molenaar Karel Voets en haar kinderen breidden het bedrijf uit in 1926. Ze richtten naast het molenhuis een mechanische maalderij op als aanvullende productie-eenheid bij de reeds bestaande windmolen. De installatie werd aanvankelijk aangedreven door een motor van 15 pk die werkte op 'armengas'. In 1946 werd, om een hoger rendement te bekomen, een ééncylinder dieselmotor van het merk 'Bollinckx' aangekocht. Deze dieselmotor werd in 1935 gebouwd door de firma SA Les Nouveaux Usines uit Buizingen.
Op 23 april 1999 werd deze gerestaureerde mechanische maalderij officieel terug in gebruik genomen.
Als uitbreiding van een productie-eenheid die op windkracht werkte (de windmolen), illustreert deze door een dieselmotor aangedreven maalderij de technische en sociaaleconomische verschuivingen binnen de graanverwerkende nijverheid vanaf het eind van de 19de eeuw.
De maalderij betreft een bakstenen gebouw van één bouwlaag, drie traveeën en een laadkapel op zolder. Het zadeldak is voorzien van platte betonpannen. De doorbrekingen in de gevels zijn horizontaal afgedekt door middel van ijzeren, met bloemmotieven versierde T-profielen. De vensteropening in de zijgevel op zolderhoogte, is rondbogig afgedekt.
Inwendig bevindt zich op het gelijkvloers een maalstoel met twee koppels maalstenen, twee takse zijnen, een aandrijving door middel van gietijzeren radarwerk, een lichtsysteem met hefboom en bediening door middel van een wieltje en een houten galg. Verder staat er een zware cilindermolen 'Schneider - Jacquet' uit 1900. Het lichaam en de voet zijn vervaardigd uit gietijzer. De molen wordt gevoed vanop de zolder via een houten trechter. Hier staat ook nog een semi-dieselmotor 'Bollinckx Buysinghen' (anno 1935, nummer 1521) die opnieuw operationeel is gemaakt. Het betreft een horizontale monocilinder die met perslucht start. De compressor en drukflessen zijn ook nog aanwezig. De centrale smering van de motor is van C. Martin-makelij. De waterkoeling is voorzien van een open koelvat. Deze motor bevindt zich in een door een houten wand van de maalruimte afgescheiden ruimte.
Op zolder staat een houten graankuiser met plansichter en stofafzuiging. Er is nog oud, gedemonteerd luiwerk aanwezig, met een groot houten klauwwiel en een lantaarnwiel. Daarnaast is er ook niet luiwerk bestaande uit een kaapstander. De jacobsladder (bestaande uit houten buizen en metalen bakjes op riem) wordt op het gelijkvloers gevoed via een houten trechter in de vloer.
In het gebouw zijn ten slotte restanten van gaslichten aanwezig (onder andere lichtpunten).
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
In de maalderij Voets werd in 1935 de nog aanwezige semi-dieselmotor ‘Bollinckx Buysinghen’ (nr. 1521) geplaatst. Deze motor laat zich kenmerken door een horizontale monocilinder die met perslucht start en een waterkoeling voorzien van een open koelvat. De centrale smering van de motor is van C. Martin-makelij. Eveneens bewaard zijn de compressor en drukflessen.