Dit ensemble van drie burgerhuizen werd rond 1911 gebouwd door de Naamlooze Maatschappij Berchemse Bouwhandel. Hun vaste architect Charles Wuyts tekende het ontwerp. Ook het ensemble van drie woningen links hiervan (34-38) werd door de Berchemse Bouwhandel gerealiseerd naar de plannen van Wuyts. Het gaat om burgerhuizen met een klassieke 19de-eeuwse indeling van de plattegrond, namelijk met een gang met trappenhuis aan één zijde, waarnaast een enfilade van salon, eetkamer en veranda en met in de achterbouw keuken en bijkeuken.
Voor de drie woningen op nummers 28-32 koos Wuyts de beaux-artsstijl, een bouwstijl die met de natuurstenen parementen en de ornamentiek uit de Franse stijlen, een luxueuze, statige sfeer uitstraalt. De woningen tellen drie bouwlagen onder zadeldak en drie traveeën, maar verschillen licht in kroonlijsthoogte. Hardstenen plinten, houten kroonlijsten op klossen, witte natuursteen voor het parement. Behalve het gelijke materiaalgebruik en de gelijke omvang van de woningen, kregen de burgerhuizen elk een andere indeling van de lijstgevel. De herhaling van een aantal decoratieve elementen, bijvoorbeeld het balkon en de sluitstenen, zorgt voor de ensemblewerking.
De linker woning (28) wordt gekenmerkt door de rond- en korfbogige muuropeningen. Op de begane grond links de deur, en twee vensters, gevat onder een boogfries met sluitstenen. De tweede bouwlaag wordt geaccentueerd door een balkon met natuurstenen balustrade en drie gekoppelde vensters met tussenzuiltjes en sluitstenen. Op de bovenverdieping eveneens een drielicht, onder een grote korfboog gevat met één centraal sluitstuk. Levendig parement met veel reliëf door de kordonlijsten en doorlopende onderdorpels, de twee bovenste bouwlagen worden afgezoomd door pilasters met gedecoreerde kapitelen en consoles. Het houtwerk van de kroonlijst en van de vensters op de begane grond is origineel. De rest werd vernieuwd.
Het centrale huis (30) is klassieker opgevat, met een typische neoclassicistische afwerking van de gevel. De rechthoekige muuropeningen zijn zeer regelmatig in de gevel geplaatst. Op de begane grond kreeg het parement imitatievoegen, een element dat herhaald wordt voor het centrale risaliet. Op de begane grond zijn de vensters versierd met sluitstenen. Op de eerste verdieping zit er een balkon met natuurstenen balustrade en een deurvenster dat bekroond is met een gebogen fronton. De zijdelingse vensters kregen entablementen. Op de bovenverdieping opnieuw sluitstenen, en een doorlopende waterlijst. Voordeur en ramen op de verdiepingen vervangen naar oud model.
De rechter woning (32) combineert een klassieke indeling van de begane grond in drie gelijke traveeën, met een tweeledige opdeling van de verdiepingen, met in de deurtravee een smal venster, en in de venstertraveeën drie gekoppelde vensters. Alle muuropeningen zijn segmentbogig, kregen een omlijsting met sluitsteen of een entablement en een versiering van de borstwering met paneelwerk of een balustrade. Op de tweede bouwlaag een balkon met natuurstenen balustrade. Het schrijnwerk van de vensters op de begane grond is origineel, boven is het vervangen naar origineel model. De voordeur is vernieuwd.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers Berchem, 956 # 3151.
- S.N. 2013: Herwaarderingsplan Zurenborg, deel II: Inventaris, 15, 17, 19.