Dit ensemble van twee eclectische burgerhuizen werd in 1900 getekend door bouwmeester A. Roosen die in de Guldenvliesstraat woonde. Hij bouwde de panden in opdracht van J. Peeters-Weyts, zijn buurman. Ze waren bedoeld als woning met kolenmagazijn en stalling, waarbij nummer 32 bedoeld was als woning, met rechts daarvan de doorgang naar magazijn en paardenstal. Wellicht was de verdieping van bij het begin bedoeld als huurappartement. Nu is het eigendom in twee woningen gesplitst.
De woningen hebben een gevel die sterk lijkt op die van de woningen die Roosen rond 1904 realiseerde in de Generaal van Merlenstraat, ook in dit deel van Zurenborg. De klassieke indeling van de gevels wordt daarbij gecombineerd met een eigentijds materiaalgebruik, zoals de gele baksteen, de tegelfriezen en de ijzeren lateien. De woningen tellen twee bouwlagen en drie + twee traveeën onder een leien mansardedak met twee dakvensters bekroond met frontons. De lijstgevels hebben een parement van gele baksteen met witte natuurstenen speklagen. Lage plint in blauwe hardsteen en houten kroonlijst op klossen, hardstenen puilijst en doorlopende onderdorpels op de verdieping. Onder de kroon- en puilijst zit een fries met kleurrijke tegels. Rechthoekige muuropeningen onder zichtbare ijzeren lateien, bij de poort versierd met rozetten. De borstweringen van de bovenvensters zijn gevuld met smeedijzeren traliewerk. Het centrale balkon van de woning op nummer 32 is eveneens voorzien van een borstwering van verfijnd smeedijzerwerk. Het schrijnwerk van deur, poort en ramen is vernieuwd.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 1900 # 718.
- S.n. 2013: Herwaarderingsplan Zurenborg, deel II: Inventaris, 58-59.