In 1900 tekende de 20-jarige architect Joan Coninck Westenberg zijn eerste ontwerp. Het werd een bescheiden woning in art nouveau voor zijn ongehuwde tante Suzanna Maria Heijkoop (°Tholen, 1848). Zij was de oudere zus van zijn moeder Katharina Coninck Westenberg-Heijkoop (°Tholen, 1850), die in 1877 te Aardenburg huwde met de notaris David Willem Coninck Westenberg (Den Burg, 1847-Texel, 1924). Zij kregen tussen 1878 en 1885 vier kinderen, waarvan Joan Coninck Westenberg de enige zoon was, geboren als tweede kind van het gezin.
Suzanna Maria Heijkoop had zich in 1888 te Antwerpen gevestigd, samen met haar ouders, de gepensioneerde inspecteur Registratie en Domeinen Daniel Jan Lambert Heijkoop (Leiden, 1816-Antwerpen, 1904) en Maria Vermere (Aardenburg, 1816-Antwerpen, 1890), en jongere zus Maria Cornelia Heijkoop (°Breda, 1855). Joan Coninck Westenberg woonde ten tijde van de bouwaanvraag in bij zijn tante op het adres (Lange) Pothoekstraat 36 in Antwerpen, en ook in haar nieuwe, door hem ontworpen woning in de Guldenvliesstraat was hij tot 1905 gedomicilieerd. Heijkoop verbleef vermoedelijk van 1904 tot 1909 in Londen, en trok vervolgens in bij de oudere zus van de architect, Brigitte Coninck Westenberg (°Sas van Gent, 1878), echtgenote van de architect Daniël Rosseels, eerst aan de Cogels-Osylei en vervolgens aan de Bosmanslei. Daar keerde zij in 1926 terug, na tijdens de Eerste Wereldoorlog te zijn uitgeweken naar Nederland.
De woning telt twee traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak. De lijstgevel heeft een rood bakstenen parement met witte natuurstenen speklagen, met een indeling en afwerking die zeer herkenbaar is voor het art-nouveau-oeuvre van Coninck-Westenberg. Het betreft een sobere, strakke art nouveau, met vaste elementen zoals de gesculpteerde houten modillons onder de kroonlijst en de gekoppelde rechthoekige vensteropeningen met natuurstenen lateien en hoekstenen.
Op de begane grond een blauwe hardstenen plint met rechthoekige keldervenster. Links een smalle rechthoekige deur onder natuurstenen latei, met een segmentbogig bovenlicht met opvallende diefijzers. Rechts een breed segmentboogvenster met natuurstenen hanenkammotief bekroond. Op de eerste verdieping, drielicht van rechthoekige vensters onder doorlopende natuurstenen latei en met hardstenen lekdrempel. Boven de latei, drie gekoppelde blinde boogvelden. Op de bovenverdieping, twee tweelichten met verfijnde art-nouveau-vormgeving in de natuurstenen lekdrempels en tussenstijlen. Ook hier zijn de vensters gevat onder doorlopende natuurstenen lateien. Het schrijnwerk van deur en vensters is vernieuwd. De houten kroonlijst is bekleed met PVC, maar bewaart de slanke, gesculpteerde modillons.
Naar verluidt bewaart de woning een interieur in arts-and-crafts-stijl.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 1900 # 349; Vreemdelingendossiers, 481 # 65407, 968 # 4486.
- S.n. 2013: Herwaarderingsplan Zurenborg, deel II: Inventaris, 61.