Deze rij van drie panden werd in 1902 ontworpen door F.H. Cox, de stadsbouwmeester van Lier. Hij voerde deze opdracht uit voor zijn stadsgenoot Laurent Vermaelen. Vermaelen liet twee bescheiden woningen (22-24) bouwen met daarnaast een derde pand (20) met op de begane grond een ruime remise en een stal voor vier paarden en op de verdieping een appartement.
Het gaat om drie panden van twee bouwlagen onder zadeldak. Er werd gekozen voor een eenvoudige eclectische bouwstijl, met een gele bakstenen lijstgevel, waarin telkens natuurstenen decoratie in de boogvelden boven de muuropeningen werd voorzien. De drie woningen werden verbouwd.
Nummer 20 behield de gevelindeling, maar de gevel werd beschilderd, de houten kroonlijst is vervangen door kunststof en het schrijnwerk is nieuw. Op de begane grond een smalle deur onder rechte latei, en een brede poort onder een I-balk met rozetten. Boven beide muuropeningen boogvelden met decoratie. Op de verdieping, waar zich de woonruimtes bevonden, vier smalle rechthoekige muuropeningen, waarbij de twee centrale vensters gekoppeld werden onder een entablement.
Nummer 22 behield het oorspronkelijke parement van gele baksteen met natuursteen voor speklagen en decoratie, maar werd met een verdieping verhoogd. Op de begane grond, rechthoekige vensters en een deur, onder natuurstenen latei. Gelijkaardige vensters op de eerste verdieping, met boogvelden waarin natuurstenen decoratie is verwerkt. Schrijnwerk van de ramen is nieuw; de deur werd vervangen naar het voorbeeld van authentieke deuren in Zurenborg.
Nummer 24, de linkse woning van de drie, behield het opzet van de gevel, mits overschildering en vervanging van het schrijnwerk. De woning is identiek, spiegelend opgebouwd met nummer 24, maar behield de originele bouwhoogte van twee bouwlagen.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers Berchem, 956 # 1935.
- S.N. 2013: Herwaarderingsplan Zurenborg, deel II: Inventaris, 107-109.