In 1905 gaf J. De Wilde de opdracht een woning te ontwerpen aan architecten D. Rosseels en J. Coninck Westenberg, wiens bureau zich vlakbij op de Cogels-Osylei bevond.

De woning die toen werd gebouwd telde twee/drie traveeën en twee bouwlagen onder een mansardedak. In 1928 werd de woning voor dezelfde opdrachtgever verbouwd tot de huidige toestand, met een extra bouwlaag en de toevoeging van een ronde erker op de tweede bouwlaag. De oorspronkelijke bovenverdieping werd gekopieerd voor de nieuwe bouwlaag. De verbouwing werd ontworpen door de Borgerhoutse architect René Grosemans.

Het burgerhuis werd getekend in een eenvoudige art nouveau, wat het oeuvre van Rosseels en Coninck-Westenberg in Zurenborg typeert. De lijstgevel kreeg een geel bakstenen parement, met gebruik van bruine baksteen en witte natuursteen voor decoratieve elementen bij de muuropeningen, zoals banden, rollagen en hoekstenen. Smalle plint in blauwe hardsteen, met laag keldervenster. Houten kroonlijst met smalle, uitgelengde modillons. Eerste bouwlaag met rondbogige deur en venster. Tweede bouwlaag geaccentueerd door een gevelbrede ronde bakstenen erker met drielicht, bekroond door balkon. Oorspronkelijk had deze bouwlaag geen erker; de vorm van het oorspronkelijke drielicht op deze bouwlaag werd overgenomen in de erker en op de in 1928 toegevoegde derde bouwlaag. Het schrijnwerk in de muuropeningen is vervangen.