In 1885 liet Chaudoir, een hotelhouder uit Antwerpen, deze half vrijstaande, eclectische burgerwoning ontwerpen door architect François De Vooght. Het ontwerp behelsde de woning, en links ervan een laag bijgebouw met stallen en remises in dezelfde bouwstijl. De ruimte tussen de twee gebouwen werd ingevuld door een driedelig smeedijzeren hek. Op de plaats van het bijgebouw werd rond 1926 een woning gebouwd, namelijk de cottage op nummer 14. Ook het hek verdween; de ruimte tussen beide woningen wordt gebruikt als oprit.

Typisch voor de Transvaalstraat zijn de grote, half vrijstaande woningen, vaak gegroepeerd in ensembles van twee of drie huizen. Ook de keuze voor fantasierijke, eclectische bouwstijlen typeert de straat. Zowel qua opstand als bouwstijl is de woning die Chaudoir liet bouwen, een typisch en representatief voorbeeld van de bebouwing in de Transvaalstraat. De zijgevel van het pand is uitgewerkt als façade met de inkom in een portaal, een concept dat gespiegeld is in de naastgelegen woning.

Het burgerhuis telt één travee aan straatkant en vijf traveeën aan koerkant, en twee bouwlagen onder een mansardedak. De gevels zijn uitgewerkt in rode baksteen met zwarte bakstenen banden, op een hardstenen plint, en afgezoomd door een rood geschilderde, houten kroonlijst op klossen. Het opvallende, rood geschilderde houtwerk dat in de gevels is gebruikt, is een element uit de cottagestijl. De straatgevel is gedomineerd door de houten loggia op de verdieping, bekroond met het balkon voor het mansardevenster, in de zijgevel zit de voordeur in een houten portiek met leien dak. Een ander opvallend element bij deze woning is de ingewerkte toren in de zijgevel ter hoogte van het trappenhuis, een kenmerk dat uit de neo-Vlaamserenaissancestijl werd overgenomen.

Straatgevel bestaande uit twee rechthoekige, boven elkaar geplaatste brede vensteropeningen, gedecoreerd met houten loggia. Speels opgebouwde, vrij gesloten zijgevel, met centraal de in de gevel ingewerkte traptoren, eindigend met een leien spits met smeedijzeren windwijzer. In de torentravee zitten getrapt opgestelde kleine vensters. Links van de torentravee, blinde muur. Rechts van de torentravee twee segmentboogvensters, en een uitsprong voor de inkom, met in de oksel daarvan de houten portiek, toegankelijk via een aantal hardstenen treden.