Burgerhuis in beaux-artsstijl, gerealiseerd rond 1923 door aannemer Em. De Zadeleir in opdracht van Durieux, die woonde in de Zenobé Grammestraat 40.

Het is een woning met een verfijnde belijning in het natuurstenen parement en in het schrijnwerk van deur en vensters. De woning telt drie traveeën en drie bouwlagen onder plat dak; de deurtravee is als risaliet uitgewerkt. De lijstgevel kreeg een witte natuurstenen gevel op een plint in blauwe hardsteen, afgewerkt met een eenvoudige kroonlijst (originele houtwerk van de kroonlijst is vervangen). Dit natuurstenen parement is typisch voor de gang naar luxe die de beaux-artsstijl uitstraalt, waarbij ook het smeedwerk en het gebruik van decoratieve elementen uit de Franse bouwstijlen steeds terug komt. Verzorgd smeedwerk is te vinden in de voordeur. Klassieke elementen zijn hier minder aanwezig; behalve de balustrades en de dropmotieven in de borstweringen van de vensters, grijpt de decoratieve belijning in de gevel meer terug naar de zwierigheid van de art nouveau. Op de begane grond korfbogige deur en vensters, gevat onder een art-nouveaulekdrempel. Op de eerste verdieping, in de venstertravee drie gekoppelde rondboogvensters onder waterlijst met gekrulde eindes; in de deurtravee een rondboogvenster. Op de bovenverdieping drie rondboogvensters in eenvoudige omlijsting.

De woning kent een klassieke enkelhuisindeling, zoals die al sinds de 19de eeuw gangbaar is voor de stedelijke rijwoning. In de deurtravee gang en trappenhuis, in de venstertravee een enfilade van salon, eetkamer en veranda. Op de verdiepingen wordt deze structuur herhaald in de indeling van de slaapkamers; badkamer werd voorzien op de eerste verdieping.