Eenvoudig eclectisch ensemble van twee burgerhuizen, opgetrokken rond 1901 voor rekening van J.B. Eyskens, een bewoner van Zurenborg, in de Kreefstraat 33. Het bouwdossier maakt geen melding van aannemer of architect. Typisch voor de eerste jaren van de 20ste eeuw is de combinatie van een neoklassieke gevelopbouw met het materiaalgebruik dat we herkennen uit de art nouveau.
De twee bijna identieke woningen zijn spiegelend naast elkaar gebouwd en tellen elk drie traveeën en drie bouwlagen. Oorspronkelijk hadden ze beide een zadeldak; nummer 46 is echter met een mansardeverdieping verhoogd. De lijstgevels hebben een geel bakstenen parement op een hardstenen plint, waarin de witte natuurstenen banden en waterlijsten van de muuropeningen samen met de kleurrijke tegelfries onder de houten kroonlijst, voor afwisseling zorgen. Op de begane grond, rondboogvensters en –deur, onder een doorlopende natuurstenen waterlijst gevat. Op de eerste verdieping, een centraal balkon met balustrade en segmentboogvensters. Boven is er verschil: waar bij nummer 46 de indeling van de eerste verdieping is gekopieerd, koos men bij 44 voor twee per twee gekoppelde, kleinere vensters. Schrijnwerk is deels bewaard.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 1901 # 1319.
- S.N. 2013: Herwaarderingsplan Zurenborg, deel II: Inventaris, 151.